Je hebt last van een verlamming als je spieren niet goed meer werken. Het kan zijn dat ze minder goed werken, maar het kan ook zijn dat je spieren het helemaal niet meer doen. Een verlamming wordt veroorzaakt door het uitvallen van een deel van het zenuwstelsel. Waar de verlamming in je lichaam optreedt, is afhankelijk van welke zenuw er is aangedaan.
Er zijn verschillende soorten van verlamming. Zo kun je volledig verlamd zijn. Volledige verlamming wordt ook wel eens paralyse of plegie genoemd. Je spieren zijn dan slap en je kunt ze niet meer aanspannen. Ook kun je onvolledig verlamd zijn. Dan werken je spieren nog een beetje en heb je geen volledig krachtsverlies. Dat wordt ook wel parese genoemd.
Verder kan het ook zijn dat niet je kracht verminderd is, maar dat het moeilijker is om je bewegingen onder controle te hebben. Dit kan zich uiten in onwillekeurige bewegingen of het moeilijker kunnen controleren van je beweging. Spastische verlamming komt meestal voor na een beschadiging van de hersenen.
Eenzijdige en totale verlamming
Er wordt onderscheid gemaakt tussen eenzijdige en totale verlamming. Eenzijdige verlamming wordt ook wel hemiplegie genoemd. Als je eenzijdig verlamd bent, bevindt de verlamming zich maar aan één kant van je lichaam. Dit komt voor als je een zenuw beschadigt die naar één kant van je lichaam loopt. Ook als de verlamming veroorzaakt wordt door een probleem in de hersenen, is het meestal zo dat maar een kant van je lichaam verlamd is. Een voorbeeld van halfzijdige verlamming is paralyse van Bell (aangezichtsverlamming). Meestal is deze verlamming slechts tijdelijk.
Naast een eenzijdige verlamming is er ook de totale verlamming. Dan bevindt de verlamming zich aan beide kanten van je lichaam. Dat gebeurt in het geval van een dwarslaesie: daarbij wordt je ruggenmerg beschadigd. Een dwarslaesie heeft bijna altijd een volledige verlamming van de benen tot gevolg. Naarmate de beschadiging van het ruggenmerg hoger zit, zal je romp verder verlamd en gevoelloos zijn.