Bij schizofrenie kan onderscheid worden gemaakt tussen een aantal verschillende typen. Dit zijn:
- Paranoïde schizofrenie, gekenmerkt door wanen of auditieve hallucinaties. Onsamenhangende spraak en afwijkende emoties komen minder voor.
- Gedesorganiseerde of hebefrene schizofrenie, gekenmerkt door onsamenhangende spraak en gedrag en vervlakte of afwijkende emoties.
- Katatone schizofrenie, gekenmerkt door lichamelijke verschijnselen zoals onbeweeglijkheid, buitensporig bewegen of het aannemen van vreemde houdingen.
- Ongedifferentieerde schizofrenie, gekenmerkt door een mengeling van symptomen van de bovengenoemde typen
Wel of geen schizofrenie?
Schizofrenie wordt soms verward met andere aandoeningen. Ook bestaan er enkele aandoeningen waarbij iemand kenmerken van schizofrenie vertoont, maar niet voldoende voor een diagnose of in combinatie met symptomen die niet bij schizofrenie passen. Voorbeelden hiervan zijn een schizoaffectieve stoornis, een schizotypische persoonlijkheidsstoornis en een schizofrenivorme stoornis.
Verandering van gedrag en gedachtes
Iemand met schizofrenie heeft zowel (redelijk) stabiele als psychotische periodes die elkaar afwisselen. Bij schizofrenie zijn in een psychotische periode het denken, gevoelsleven en gedrag ernstig verstoord en verward. Tijdens een psychose is het besef van de realiteit minder en is het onderscheid tussen fantasie en werkelijkheid moeilijk. Daardoor kan iemand waanbeelden (hallucinaties) krijgen. Hierdoor kan iemand denken iemand anders te zijn (bijvoorbeeld God), of denken dat zijn of haar gedachten van buitenaf bestuurd worden.
Zintuiglijke hallucinaties zorgen dat iemand dingen ziet, hoort of ruikt die er niet zijn - bijvoorbeeld stemmen horen in je hoofd. Iemand met schizofrenie kan moeilijk bereikbaar zijn en erg naar binnen gekeerd. Daardoor kan iemand heel passief worden. Zij zijn teruggetrokken en kunnen weinig prikkels verdragen. Tijdens een psychose treedt echter juist heel druk en onrustig gedrag op. Slapen lukt dan vaak niet meer en het dag- en nachtritme kunnen worden omgedraaid. Ook kunnen associatiestoornissen optreden, wat op anderen overkomt als 'vreemde gedachtesprongen'. Het zorgt dat iemand een denkpatroon volgt dat door anderen niet te volgen is. De uitspraken van iemand in een psychose komen warrig en onbegrijpelijk over. In schizofrene periodes kan een verlammende besluiteloosheid optreden, waardoor iemand een keuze voor een eenvoudige handeling niet meer kan maken.
Invloed van schizofrenie op gevoelens
Behalve het denken en het gedrag, worden ook gevoelens sterk beïnvloed door schizofrenie. Dit wordt vervlakking van het affect genoemd. Iemand kent dan bijvoorbeeld geen schuldgevoelens, geen verdriet of vreugde, of juist intens verdriet of vrolijkheid. Diegene komt op anderen ook afgevlakt over. Iemand in een psychose brengt zelden anderen in gevaar, eerder zichzelf. Iemand met schizofrenie heeft niet uitsluitend verwarde periodes maar ook stabielere periodes. Dan is het gestoorde gedrag slechts latent aanwezig. Ook dan kan iemand somber of onrustig zijn.
Door schizofrenie wordt iemands persoonlijkheid ernstig aangetast. De eenheid tussen denken, voelen, willen en handelen gaat verloren, vaak zonder dat de patiënt dat in de gaten heeft. Na een psychotische periode wordt iemand vaak toch niet meer helemaal de oude. Er kan soms niet meer op het niveau van vroeger gefunctioneerd worden. Het concentratievermogen is slechter dan voorheen. Soms is zelfs het volgen van een lang gesprek moeilijk. De energie en wil om dingen te ondernemen is afgenomen. En de interesse in en betrokkenheid bij de omgeving is vaak verminderd. Iemand met schizofrenie heeft veel meer de behoefte dan vroeger om alleen te zijn. Hierdoor is het voor mensen met schizofrenie vaak erg moeilijk om een baan te hebben.