Blaastraining bij een overactieve blaas

Het principe is simpel: probeer bij aandrang om te plassen steeds vijf tot tien minuten te wachten met naar het toilet gaan. In de praktijk kan het trainen van de blaas echter heel lastig zijn, zeker als er sprake is van incontinentie. Is het een aantal keer gelukt om de plas vijf tot tien minuten uit te stellen? Begin dan met opbouwen. Probeer het plassen steeds verder uit te stellen totdat er uiteindelijk drie tot vier uur tussen twee toiletbezoeken zit.

Wil je meer weten over blaastraining? Neem dan contact op met de huisarts. Samen kun je bepalen of dit de beste behandelmethode is en hij kan het proces begeleiden. Een bekkenfysiotherapeut kan tevens ondersteuning geven bij blaastraining.

Onderstaande tips kunnen helpen om de blaastraining wat makkelijker te maken:

• Bang om urine te verliezen? Train het ophouden van plas op het toilet. Dat helpt om meer te ontspannen.
• Stel een toiletrooster op en stel de toiletgangen steeds wat verder uit. Ga niet direct naar het toilet als je moet plassen, maar probeer je te houden aan het toiletrooster. Bouw op, bijvoorbeeld van ieder uur naar het toilet tot anderhalf uur, dan naar twee uur en zo verder. Probeer uiteindelijk drie tot vier uur tussen twee toiletbezoeken aan te houden.
• Doe bij aandrang extra bekkenbodemoefeningen en probeer afleiding te vinden (spelletje, boek, televisie).
• Ga niet ‘voor de zekerheid’ naar het toilet als je eigenlijk geen aandrang voelt.

Heb je blaastraining geprobeerd, maar heeft dit niet het gewenste effect? Ga dan terug naar de huisarts of andere specialist en bespreek de mogelijkheden voor medicatie.