Reconstructie met borstprothese/borstimplantaat

Bij deze methode plaatst de arts de definitieve borstprothese direct in de borst. De prothese komt onder de grote borstspier, zodat deze een beschermende laag vormt tussen de huid en de prothese. Soms kan de arts de prothese direct tijdens de borstamputatie plaatsen (directe borstreconstructie). Een directe borstprothese is alleen mogelijk als er na de borstamputatie voldoende huid overblijft en als er geen bestraling nodig is na de operatie. Technisch gezien is het een eenvoudige methode voor borstreconstructie.

Soms moet de huid eerst opgerekt worden met een tissue-expander. Een tissue-expander is een soort opblaasbaar ballonnetje dat onder de huid wordt geplaatst om voldoende ruimte te creëren voor de definitieve prothese. De huid van de borstkas moet voor deze ingreep in goede conditie zijn. Daarom is de methode soms minder geschikt voor vrouwen die lange tijd radiotherapie hebben gekregen.

Voor de expander methode zijn twee operaties nodig. Tijdens de eerste operatie brengt de arts de expander in. Dit gebeurt soms al direct na de borstamputatie, tijdens dezelfde operatie. De expander wordt meestal achter de grote borstspier geplaatst. Vervolgens wordt de expander regelmatig via een speciale klep gevuld met een zoutoplosssing. Geleidelijk wordt de huid opgerekt. Dit proces komt overeen met de natuurlijke wijze waarop de huid van je buik oprekt tijdens een zwangerschap. Meestal is het vullen van de expander pijnloos, maar sommige mensen voelen wat druk op de borst.

Bij de tweede operatie plaatst de arts de definitieve prothese. De arts kan dan ook een tepelreconstructie doen. Meestal gebeurt de tweede operatie ongeveer vijf tot zes maanden na het plaatsen van de expander. De expander wordt vervangen door het daadwerkelijke implantaat.

Er bestaan ook oprekbare borstimplantaten die de functies van de expander en prothese combineren. Er is dan maar één ingreep nodig. Het implantaat bestaat uit twee delen: een opvulbaar deel voor huiduitrekking en een siliconendeel. Zodra de juiste borstgrootte is bereikt hoeft het implantaat niet te worden verwijderd.

Een borstimplantaat bestaat uit een omhulsel van siliconen en is gevuld met een speciale siliconengel, een zoutoplossing (zout water) of een combinatie hiervan. Er bestaan verschillende opties voor de vorm en het formaat. Zo kun je kiezen voor een rond implantaat of een implantaat in druppelvorm (anatomisch implantaat). Een rond implantaat maakt de hele borst rondom voller. Een anatomisch implantaat geeft een natuurlijker profiel en vult vooral het onderste deel van de borst. Kies vooral voor een veilig implantaat dat onder strenge kwaliteitscontrole is geproduceerd.