Zoals na elke operatie kun je klachten hebben na een borstamputatie. Bij beide amputatievormen heb je na de operatie een wond. Tijdens de genezing van deze wond kun je op de plek van de incisie pijn, verkleuring en zwelling hebben. Bovendien houd je aan een borstamputatie eigenlijk altijd een litteken op de borst over. Vaak voelt de borst stugger of pijnlijk aan en mist de borst gevoeligheid na een operatie. Soms worden tijdens de operatie zenuwen beschadigd, waardoor je een tintelend of doof gevoel hebt rond de wond of aan de binnenzijde van de bovenarm. Dit dove gevoel kan blijvend zijn, maar veel mensen ervaren het gevoel in de loop van de tijd wel als steeds minder hinderlijk.
Een borstamputatie kan ook invloed hebben op het geven van borstvoeding. In principe kunnen vrouwen die één borst missen prima borstvoeding geven met hun andere borst. Bij een amputatie van beide borsten is borstvoeding niet mogelijk als de melkproducerende cellen, melkkanalen en (zenuwen rond de) tepels zijn beschadigd. Overleg vooral met je behandelend arts wat voor jou de mogelijkheden zijn als je borstvoeding wil geven.
Na een mastectomie kan er zenuwpijn ontstaan door de verwijdering van de lymfeklieren uit de oksel. Dit heet ook wel het Post Mastectomie Pijn Syndroom (PMPS). Meestal verdwijnt de pijn binnen zes maanden vanzelf, maar bij ongeveer dertig procent blijft de pijn chronisch aanwezig. Ook ontstaat bij ruim dertig procent van de mensen lymfoedeem na het verwijderen van de lymfeklieren uit de oksel. Hierbij hoopt lymfevocht zich ongewenst op. Lymfoedeem is een van de ingrijpendste fysieke gevolgen bij mastectomie. Symptomen zijn onder andere een zwaar gevoel, zwelling, pijn en een stekend of doof gevoel van de arm.