Een speekselsteen verdwijnt meestal niet vanzelf en behandeling is dus noodzakelijk. Je arts kan de diagnose stellen door te voelen of door het nemen van een röntgenfoto.
De KNO-arts kan door zachtjes met een dun stomp instrument in het speekselklierkanaaltje te duwen de steen verwijderen. Lukt dit niet, dan kan gebruikgemaakt worden van therapeutische sialendoscopie. Hierbij wordt een zuur dunne endoscoop met camera en licht in het speekselklierkanaaltje gebracht. Twee grijpertjes kunnen de steen vervolgens pakken en verwijderen. Dit gebeurt onder plaatselijke verdoving.
Sinds therapeutische sialendoscopie wordt toegepast, wordt minder vaak gebruikgemaakt van een operatie. Hierop kan wel worden teruggegrepen als de sialendoscopie mislukt. Ook kunnen de steentjes vergruisd worden door ultrageluidsgolven met een shockwave behandeling. De steentjes komen dan meestal vanzelf uit het speekselklierkanaaltje.