Omdat er zoveel verschillende vormen van non-hodgkin lymfoom zijn, verschillen de behandelingen ook sterk. Daarnaast is de behandeling ook afhankelijk van hoe agressief de kanker is en hoe ver de kanker al gevorderd is. Je behandelend arts zal samen met jou de mogelijkheden overleggen.
De behandelingen die het meest gebruikt worden bij non-hodgkin lymfoom zijn:
- Bestraling.
- Chemotherapie.
- Immunotherapie. Bij deze therapie krijg je medicijnen die je immuunsysteem stimuleren om zelf te gaan vechten tegen de kankercellen.
Als deze ‘standaard’ behandelingen niet aanslaan, kan overwogen worden om een stamceltransplantatie te doen. Stamcellen zijn speciale cellen die nog in staat zijn om zich te specialiseren in elk type weefsel. Bij een stamceltransplantatie wordt eerst door een zeer hoge dosis straling of medicijnen alle bloedproducerende cellen, inclusief de kankercellen, in het beenmerg vernietigd. Daarna krijg je stamcellen teruggespoten die weer nieuwe bloedproducerende cellen gaan maken. Je krijgt als het ware nieuw beenmerg, zonder kankercellen. De stamcellen die je terugkrijgt kunnen van jezelf komen (autoloog, de stamcellen worden voor de vernietiging uit het beenmerg gehaald) of van een donor (allogeen). Een donor is vaak een direct familielid omdat de kans op afstoting dan het kleinst is. Als je eigen stamcellen terugkrijgt, zal er zeker geen afstoting plaatsvinden. Deze behandeling is zeer heftig en wordt alleen maar onder specifieke voorwaarden gedaan.