De behandeling van een gebroken kaak bestaat meestal uit een operatie. Tijdens zo’n operatie aan je gebroken kaak, plaatst de chirurg de botdelen weer op de oorspronkelijke plek terug. Hiervoor kunnen schroeven en pennen gebruikt worden. Soms wordt de kaak met draadjes vastgezet aan de andere kaak. En de kaak moet meestal zes tot acht weken onbewogen blijven. Dat betekent dat je in die periode alleen zacht of vloeibaar kunt eten en dat praten erg lastig zal gaan.
Na de operatie aan je kaak kun je nog last hebben van napijn. Hiervoor worden vaak pijnstillers voorgeschreven. Soms krijg je ook antibiotica om ontstekingen in de mond te voorkomen.