Meestal duurt de behandeling vier tot zes maanden. Als dit onvoldoende resultaat heeft, kan een tractiebehandeling worden gedaan. Dit gebeurt meestal in het ziekenhuis. Het kind ligt hierbij op bed, met de beentjes in de lucht. Aan de beentjes worden gewichtjes bevestigd, waardoor de verkorte spieren van het heupgewricht voorzichtig worden opgerekt. Hierna volgt een periode waarbij de beentjes elke dag iets verder worden gespreid. Deze tractiebehandeling duurt over het algemeen één tot zes weken, afhankelijk van de ernst van de afwijking. Als de tractiebehandeling niet het gewenste resultaat heeft gehad, dan kan een operatie noodzakelijk zijn.