Hoe weet je waarvoor je allergisch bent?

Het is vaak heel moeilijk om te achterhalen welk allergeen de allergie veroorzaakt en waarvoor je dus allergisch bent. Allergieën kunnen op verschillende plaatsen in het lichaam ontstaan: in de bovenste luchtwegen (bijvoorbeeld in de neus door hooikoorts of een allergie voor huisstofmijt) in de longen (bijvoorbeeld allergisch astma), de huid (contactallergieën voor bijvoorbeeld nikkel of latex) en het maag-darmkanaal (voedselallergieën). Helaas openbaart een allergische reactie zich niet altijd op een logische plek.

Stel, je ademt een stof in waarvoor je allergisch bent. Dan zou je denken dat je last krijgt van je longen, maar het kan zich ook openbaren als eczeem. Bovendien krijgen mensen soms pas 72 uur nadat ze in aanraking zijn gekomen met een allergeen, een allergische reactie. Herinner je dan maar eens met welke stoffen je drie dagen daarvoor in aanraking gekomen bent. Vaak gebeurt dat zelfs zonder dat je je ervan bewust bent. Pollen en huisstofmijt zie je met het blote oog niet eens, net zomin als kleine huidschilfertjes van een hond of een kat. En soms gaat het ook om op het eerste gezicht heel onschuldige stoffen als een aardbei of de knoop van een spijkerbroek. Ook dat maakt het niet makkelijker om de boosdoener op te sporen.

Om vast te stellen waardoor een allergische reactie veroorzaakt wordt kun je bij je huisarts een allergietest doen. Eerst zal hij aan de hand van vragen een beeld proberen te schetsen van jouw situatie (anamnese):  

• Komen er in de familie allergieën voor?
• Wanneer krijg je last van je allergie en op welke plaatsen? Het kan bijvoorbeeld zijn dat je op weg naar die ene winkel altijd langs een veld met bepaalde bomen, grassen of (on)kruiden rijdt.
• Wat doe je voor je beroep en wat zijn je hobby's? Misschien werk je met stoffen die een allergie veroorzaken.
• De woonomgeving. Zijn er veel bomen, planten, hoe zit het met de luchtvervuiling, et cetera.
• De eetgewoonten. Er zijn helaas ook veel voedingsmiddelen die een allergie kunnen veroorzaken.
• Gebruik je geneesmiddelen?
• Heb je huisdieren of kom je regelmatig met zoogdieren of vogels in contact?
• Welke medicijnen gebruik je nu om je allergieklachten te onderdrukken én zijn je klachten ook voldoende onder controle.
• Beïnvloeden je allergieklachten je dagelijkse activiteiten (bijvoorbeeld. sportprestaties, concentratie problemen op school/werk, slechte nachtrust, etcetera).

Vervolgens zal je huisarts één of meerdere allergietesten doen om te bepalen welk allergeen de allergische reactie veroorzaakt:

• 
  Huidtest. Deze test kan op verschillende manieren uitgevoerd worden. Door met een dunne naald een kleine hoeveelheid van de mogelijke allergenen in de huid te spuiten (de intradermale test) of door een druppel van het allergeen op de huid aan te brengen en daarna met een lancetje door de druppel heen te prikken (de priktest). Na 20 minuten is de uitslag bekend. Een zwelling, roodheid en jeuk betekenen dat je inderdaad allergisch reageert op het gebruikte allergeen.
• Bloedtest. Er wordt wat bloed afgenomen en dat wordt toegevoegd aan bepaalde allergenen. Zo bepaalt de arts de hoeveelheid immunoglobuline E in het bloed. Op deze manier kunnen nu al zo'n 200 allergenen getest worden.
• Provocatietest. Het lichaamsdeel dat de klachten veroorzaakt wordt met het vermoedelijke allergeen in aanraking gebracht. Op deze manier wordt een allergische reactie opgeroepen. Het zal duidelijk zijn dat dit voor de patiënten geen prettige methode is.