Het belangrijkste lichamelijke kenmerk van het syndroom van Turner is achterblijvende lengtegroei. Vrouwen met Turner worden vanzelf meestal niet langer dan ongeveer 1.50 meter.
Door het ontbrekende chromosoom werken de eierstokken en de productie van het geslachtshormoon niet goed. Daardoor komt een vrouw vaak niet vanzelf of helemaal niet in de puberteit. De borstontwikkeling en de menstruatie komen daardoor niet spontaan op gang. Daarbij heeft een vrouw met Turner vaak kleine geslachtsdelen en weinig schaam- en okselbeharing.
Bij het syndroom passen nog verschillende fysieke kenmerken, die echter bijna nooit allemaal tegelijk voorkomen:
- Een brede, korte nek doordat er aan één of beide kanten van de nek een vliesachtige huidplooi zit die naar de schouders loopt (webbed neck)
- Brede neusrug
- Iets afstaande oren
- Kleine onderkaak (micrognatie)
- Lage haargrens in de nek.
- Scheelzien en hangende bovenste oogleden
- Brede borstkas met relatief ver uit elkaar staande tepels
- Kromming van de rug (scoliose)
- Opgezette hand- en voetruggen
- Relatief dikke vingers met brede nagels
Deze uiterlijke kenmerken zijn mogelijk geheel afwezig. Soms wordt het syndroom pas ontdekt bij onderzoek naar de oorzaak van de groeiachterstand van het meisje.