TIA (Transient Ischemic Attack)

De afkorting TIA staat voor transient ischemic attack. Bij een TIA krijgt een deel van je hersenen tijdelijk geen of minder bloed omdat een bloedvat is afgesloten. Zolang het bloedvat is afgesloten lijkt een TIA erg veel op een beroerte. Het grote verschil tussen een beroerte en een TIA, is dat bij een TIA de verschijnselen weer verdwijnen omdat het bloed weer gaat stromen. Bij een beroerte gebeurt dit niet en zijn de gevolgen dus blijvend.  Een TIA wordt ook wel een kleine beroerte of waarschuwing genoemd. Als je een TIA hebt gehad dan betekent dit dat je een verhoogde kans hebt op een 'echte' beroerte. Bij het vermoeden van een TIA is het daarom belangrijk om altijd contact op te nemen met een arts. 

Een beroerte of TIA wordt ook wel een CVA (cerebrovasculair accident) genoemd en kan een hersenbloeding of een herseninfarct zijn. 

Over het algemeen wordt een TIA veroorzaakt door een bloedprop. Deze bloedprop kan ontstaan door hartritmeproblemen of een hartaanval. Maar vaak wordt een bloedprop veroorzaakt door aderverkalking en stollingsproblemen. Als de bloedprop de hersenen bereikt, kan de bloedprop een bloedvat afsluiten. Achterliggend weefsel krijgt dan geen bloed en dus geen zuurstof meer. Dit is een groot probleem. In het geval van de hersenen zul je problemen krijgen in de delen van je lichaam die door de specifieke hersencellen worden aangestuurd.

Een TIA kan ook veroorzaakt worden door een plotselinge verlaging van de bloeddruk. Toch komt deze variant niet vaak voor.

Er zijn een aantal factoren die de kans op een TIA en een beroerte kunnen verhogen:

• Roken.
• Overgewicht.
• Een verhoogd cholesterolgehalte.
• Erfelijkheid.
• Diabetes.
• Verhoogde bloeddruk.

De kenmerken van een TIA lijken veel op de symptomen van een beroerte of herseninfarct. Mogelijke verschijnselen van een TIA zijn:

• Een plotseling verlies van gevoel, zwakte of een prikkelend gevoel in je armen, gezicht of benen.
• Zichtveranderingen zoals dubbelzien of blindheid in een oog.
• Problemen met praten. Denk aan wartaal spreken, niet meer uit de woorden komen of moeilijk spreken.
• Plotselinge problemen met het begrijpen van makkelijke opdrachten.
• Hevige draaiduizeligheid en loop- en evenwichtsproblemen.
• Een hoofdpijn die niet lijkt op 'normale' hoofdpijn. 

Mensen boven de 65 lopen het meeste risico. Je verhoogt de kans op een TIA onder meer als je rookt, als je veel alcohol drinkt, diabetes hebt, last hebt van hoge bloeddruk of te kampen hebt met overgewicht. Ook jongere mensen kunnen een TIA krijgen, bijvoorbeeld als een bloedvat is ontstoken of als er een scheurtje ontstaat in de binnenwand van de bloedvaten.

De verschijnselen die gepaard gaan met een TIA lijken op die van een aanval van migraine. Maar er zijn een paar grote verschillen:

• Een TIA begint en eindigt plotseling, migraine kondigt zich aan door hoofdpijn
• Bij een TIA komt hoofdpijn zelden voor
• Bij migraine is vaak sprake van tintelingen in handen en voeten en misselijkheid. Bij Een TIA zie je deze symptomen vrijwel nooit.

• TIA = Transient Ischaemic Attack. voorbijgaande beroerte
• Beroerte = Verzamelnaaam voor herseninfarct en hersenbloeding
• CVA = Cerebro Vasculair Accident, betekent hetzelfde als beroerte
• Herseninfarct = Beschadiging van de hersenen door een blijvende afsluiting van een slagader
• Hersenbloeding = Door een scheurtje in de wand van een slagader stroomt er te weinig bloed naar een deel van de hersenen