Gezondheidsplein is een informatieve website over gezondheid. De gezondheidsinformatie op deze website staat los van eventueel getoonde advertenties.

Overloopincontinentie (druppelincontinentie)

Goedgekeurt icoonInformatie goedgekeurd door Drs. MPH H. Vrij-Mazee
4.4 uit 5 - 31 beoordelingen
Beoordeling icoon29 mensen vonden deze informatie nuttig

In het kort:

  • Bij overloopincontinentie lukt het niet goed om de blaas helemaal leeg te plassen. Hierdoor raakt de blaas langzaam vol en neemt de druk op de blaas toe. 
  • Een ander woord voor overloopincontinentie is druppelincontinentie. 
  • Mannen hebben vaker last van overloopincontinentie dan vrouwen. De oorzaak is dan meestal een vergrote prostaat. 
  • Overloopincontinentie kan op diverse manieren behandeld worden, bijvoorbeeld door middel van blaastraining of bekkenbodemoefeningen. 

Over overloopincontinentie

Bij overloopincontinentie lukt het niet om de blaas goed leeg te plassen. Hierdoor raakt de blaas langzaam maar zeker vol en neemt de druk op de blaas toe. Uiteindelijk wordt de druk zo hoog dat er kleine hoeveelheden urine (druppels) uit de blaas lekken. Overloopincontinentie wordt daarom ook wel druppelincontinentie genoemd. Mannen hebben vaker last van overloopincontinentie dan vrouwen. Dat komt dan in de meeste gevallen door een vergrote prostaat. 

Naast overloopincontinentie bestaan er andere vormen van incontinentie, namelijk urge-incontinentie, stressincontinentie, zwangerschapsincontinentie en ontlastingsincontinentie

Nadruppelen 

Naast overloopincontinentie heeft één op de vijf mannen in de leeftijdscategorie dertig tot tachtig jaar last van nadruppelen. Dit houdt in dat er na het plassen nog wat druppels urine uit de penis lekken, omdat de plasbuis nog niet helemaal leeg is. De medische term hiervoor is ‘post micturition dribbling’ (PMD). Veelvoorkomende oorzaken zijn een vergrote prostaat of verzwakte bekkenbodemspieren. 

Klachten die samen kunnen gaan met overloopincontinentie

Overloopincontinentie kan gepaard gaan met andere klachten, zoals:

  • Het gevoel hebben dat je je blaas niet helemaal leeg kunt plassen. 
  • Een minder krachtige urinestraal hebben. 
  • Vaker en ook ‘s nachts naar het toilet moeten. 

Bij overloopincontinentie lukt het niet om de blaas goed leeg te plassen. Hierdoor raakt de blaas langzaam maar zeker vol en neemt de druk op de blaas toe. Uiteindelijk wordt de druk zo hoog dat er kleine hoeveelheden urine (druppels) uit de blaas lekken. Overloopincontinentie wordt daarom ook wel druppelincontinentie genoemd. Mannen hebben vaker last van overloopincontinentie dan vrouwen. Dat komt dan in de meeste gevallen door een vergrote prostaat. 

Naast overloopincontinentie bestaan er andere vormen van incontinentie, namelijk urge-incontinentie, stressincontinentie, zwangerschapsincontinentie en ontlastingsincontinentie

Nadruppelen 

Naast overloopincontinentie heeft één op de vijf mannen in de leeftijdscategorie dertig tot tachtig jaar last van nadruppelen. Dit houdt in dat er na het plassen nog wat druppels urine uit de penis lekken, omdat de plasbuis nog niet helemaal leeg is. De medische term hiervoor is ‘post micturition dribbling’ (PMD). Veelvoorkomende oorzaken zijn een vergrote prostaat of verzwakte bekkenbodemspieren. 

Klachten die samen kunnen gaan met overloopincontinentie

Overloopincontinentie kan gepaard gaan met andere klachten, zoals:

  • Het gevoel hebben dat je je blaas niet helemaal leeg kunt plassen. 
  • Een minder krachtige urinestraal hebben. 
  • Vaker en ook ‘s nachts naar het toilet moeten. 

Oorzaak van overloopincontinentie

Overloopincontinentie kan veroorzaakt worden door:

  • Een vernauwing van de blaashals of plasbuis, bijvoorbeeld door nierstenen. Bij mannen kan dit worden veroorzaakt door een vergrote prostaat
  • Overactieve bekkenbodemspieren. 
  • Een blaasverzakking
  • Beschadigde zenuwen rond de blaas, veroorzaakt door een ongeval, ziekte of medicijngebruik. 

Overloopincontinentie kan veroorzaakt worden door:

  • Een vernauwing van de blaashals of plasbuis, bijvoorbeeld door nierstenen. Bij mannen kan dit worden veroorzaakt door een vergrote prostaat
  • Overactieve bekkenbodemspieren. 
  • Een blaasverzakking
  • Beschadigde zenuwen rond de blaas, veroorzaakt door een ongeval, ziekte of medicijngebruik. 

Diagnose van overloopincontinentie

Het is verstandig om met incontinentieklachten naar de huisarts te gaan. Bij vrouwen kan de huisarts via de vagina onderzoeken of de blaas, de baarmoeder en de omliggende spieren normaal aanvoelen. Hierbij vraagt de huisarts of je je bekkenbodemspieren kunt aan- en ontspannen. Zo kan de huisarts beoordelen of je de juiste spieren kunt aan- en ontspannen om plas om te houden. De huisarts kijkt ook of de baarmoeder verzakt is. 

Bij mannen kan de huisarts met zijn of haar vinger via de anus voelen of de prostaat afwijkingen vertoont. Daarnaast kan de huisarts bloedonderzoek doen om te bepalen wat de PSA-waarde van het bloed is. Indien nodig verwijst de huisarts je door naar het ziekenhuis voor nader onderzoek in de vorm van:

  • Een cystoscopie (blaasonderzoek). 
  • Een plastest (uroflowmetrie). 
  • Een echografie van de prostaat. 
  • Een urodynamisch onderzoek van de blaas, de bekkenbodemspieren en de sluitspieren. 

Plasdagboek bijhouden

Voordat je op consult komt, kan de huisarts of de doktersassistente vragen of je gedurende drie dagen een plasdagboek kunt bijhouden. Je huisarts vertelt je wat je precies moet opschrijven in het plasdagboek. Denk hierbij aan: hoe vaak je plast, hoeveel je plast en wanneer je urine verliest. 

Het is verstandig om met incontinentieklachten naar de huisarts te gaan. Bij vrouwen kan de huisarts via de vagina onderzoeken of de blaas, de baarmoeder en de omliggende spieren normaal aanvoelen. Hierbij vraagt de huisarts of je je bekkenbodemspieren kunt aan- en ontspannen. Zo kan de huisarts beoordelen of je de juiste spieren kunt aan- en ontspannen om plas om te houden. De huisarts kijkt ook of de baarmoeder verzakt is. 

Bij mannen kan de huisarts met zijn of haar vinger via de anus voelen of de prostaat afwijkingen vertoont. Daarnaast kan de huisarts bloedonderzoek doen om te bepalen wat de PSA-waarde van het bloed is. Indien nodig verwijst de huisarts je door naar het ziekenhuis voor nader onderzoek in de vorm van:

  • Een cystoscopie (blaasonderzoek). 
  • Een plastest (uroflowmetrie). 
  • Een echografie van de prostaat. 
  • Een urodynamisch onderzoek van de blaas, de bekkenbodemspieren en de sluitspieren. 

Plasdagboek bijhouden

Voordat je op consult komt, kan de huisarts of de doktersassistente vragen of je gedurende drie dagen een plasdagboek kunt bijhouden. Je huisarts vertelt je wat je precies moet opschrijven in het plasdagboek. Denk hierbij aan: hoe vaak je plast, hoeveel je plast en wanneer je urine verliest. 

Behandeling van overloopincontinentie

Overloopincontinentie kan worden behandeld door middel van:

  • Blaastraining. Hierbij oefen je om het plassen steeds iets langer uit te stellen. Zo leer je de plas beter en langer op te houden. Veel mensen merken dat de klachten hierdoor minder worden of zelfs helemaal verdwijnen. Blaastraining helpt alleen zolang je de oefeningen regelmatig blijft doen. 
  • Bekkenbodemoefeningen. Deze oefeningen maken de bekkenbodemspieren en de sluitspier van de blaas sterker. Je kunt hierbij begeleid worden door een fysiotherapeut. Het is belangrijk om de oefeningen regelmatig te blijven doen om te voorkomen dat de klachten terugkomen. 
  • Medicijnen tegen een vergrote prostaat. Er bestaan twee soorten medicijnen: alfa-blokkers die de blaashals ontspannen en 5-alfa-reductaseremmers die de prostaat verkleinen. 
  • Prostaatverkleining. Soms is het nodig om overtollig prostaatweefsel operatief te verwijderen. Dit gebeurt meestal via de plasbuis. Als de prostaat te groot is, dan gebeurt dit via een snede in de buik. 

Overloopincontinentie kan worden behandeld door middel van:

  • Blaastraining. Hierbij oefen je om het plassen steeds iets langer uit te stellen. Zo leer je de plas beter en langer op te houden. Veel mensen merken dat de klachten hierdoor minder worden of zelfs helemaal verdwijnen. Blaastraining helpt alleen zolang je de oefeningen regelmatig blijft doen. 
  • Bekkenbodemoefeningen. Deze oefeningen maken de bekkenbodemspieren en de sluitspier van de blaas sterker. Je kunt hierbij begeleid worden door een fysiotherapeut. Het is belangrijk om de oefeningen regelmatig te blijven doen om te voorkomen dat de klachten terugkomen. 
  • Medicijnen tegen een vergrote prostaat. Er bestaan twee soorten medicijnen: alfa-blokkers die de blaashals ontspannen en 5-alfa-reductaseremmers die de prostaat verkleinen. 
  • Prostaatverkleining. Soms is het nodig om overtollig prostaatweefsel operatief te verwijderen. Dit gebeurt meestal via de plasbuis. Als de prostaat te groot is, dan gebeurt dit via een snede in de buik. 

Wat kun je zelf doen tegen overloopincontinentie?

Je kunt een aantal dingen doen om je klachten te verminderen: 

  • Ga plassen als je aandrang voelt. Ook als je ‘s nachts vaak moet plassen (wat erg vervelend kan zijn), is het belangrijk om toch te gaan. Zo verklein je namelijk het risico op een blaasontsteking
  • Blijf voldoende drinken. Elke dag heeft je lichaam ongeveer 1,5 tot 2 liter water nodig. Minder drinken is onverstandig en helpt bovendien niet tegen urineverlies. 
  • Gebruik je medicijnen? Vraag aan je huisarts of apotheker of dit misschien de oorzaak kan zijn van je klachten. Als dat zo is, dan kun je samen met je huisarts of apotheker kijken of je een alternatief medicijn kunt gebruiken. 
  • Heb je overgewicht? Afvallen vermindert de druk op de blaas.

Zolang je klachten hebt, kun je gebruikmaken van incontinentiemateriaal om de urine op te vangen. Voor mannen bestaat er speciaal incontinentiemateriaal. Smeer eventueel een beschermende zalf (bijvoorbeeld zinkzalf) op de plekken waar de huid in aanraking komt met urine. 

Je kunt een aantal dingen doen om je klachten te verminderen: 

  • Ga plassen als je aandrang voelt. Ook als je ‘s nachts vaak moet plassen (wat erg vervelend kan zijn), is het belangrijk om toch te gaan. Zo verklein je namelijk het risico op een blaasontsteking
  • Blijf voldoende drinken. Elke dag heeft je lichaam ongeveer 1,5 tot 2 liter water nodig. Minder drinken is onverstandig en helpt bovendien niet tegen urineverlies. 
  • Gebruik je medicijnen? Vraag aan je huisarts of apotheker of dit misschien de oorzaak kan zijn van je klachten. Als dat zo is, dan kun je samen met je huisarts of apotheker kijken of je een alternatief medicijn kunt gebruiken. 
  • Heb je overgewicht? Afvallen vermindert de druk op de blaas.

Zolang je klachten hebt, kun je gebruikmaken van incontinentiemateriaal om de urine op te vangen. Voor mannen bestaat er speciaal incontinentiemateriaal. Smeer eventueel een beschermende zalf (bijvoorbeeld zinkzalf) op de plekken waar de huid in aanraking komt met urine. 

Meer weten over overloopincontinentie?

De informatie op deze pagina is gebaseerd op de volgende bronnen:

De informatie op deze pagina is gebaseerd op de volgende bronnen:

Pagina laatst aangepast op 15-01-2021

Auteur: Redactie Gezondheidsplein

Deze informatie is gecontroleerd door:

Vond je deze informatie nuttig?

4.4 uit 5 - 31 beoordelingen

Heeft deze informatie jou geholpen?

.
- Advertentie -
- Advertentie -