Type 1
Diabetes is onder te verdelen in type 1 en type 2. Diabetes type 1 is een auto-immuunziekte waarbij het lichaam de zogenoemde Eilandjes van Langerhans vernietigt. Deze groep bètacellen bevindt zich in de alvleesklier en is verantwoordelijk voor de insulineproductie. Omdat het lichaam deze cellen vernietigt produceert de alvleesklier helemaal geen insuline.
Diabetes type 1 ontstaat veelal op jonge leeftijd. Mensen met type 1 moeten hun leven lang iedere dag insuline spuiten om de bloedsuikerspiegel op peil te houden. Slechts een heel klein gedeelte van alle diabetespatiënten lijden aan diabetes type 1: minder dan 15%.
Type 2
Bij diabetes type 2 maakt het lichaam wel insuline aan maar onvoldoende. Een andere oorzaak kan insulineresistentie zijn. Er wordt dan wel voldoende insuline geproduceerd maar het lichaam is ongevoelig voor de insuline. Diabetes type 2 is een serieus probleem voor het hele lichaam, bijvoorbeeld door complicaties aan ogen en voeten, mogelijke nieraandoeningen en seksuele problemen zoals erectiestoornissen. Ook is het risico op hart- en vaatziekten aanmerkelijk groter.
Diabetes type 2 ontstaat heel geleidelijk waardoor soms pas laat de diagnose wordt gesteld. Het wordt ook wel de sluimerende ziekte genoemd. Zo'n 90% van de diabetespatiënten heeft type 2.
Diabetes is (nog) niet te genezen. Juist daarom zijn een goed eet- en leefpatroon heel belangrijk. Gezond eten, voldoende bewegen, niet roken, overgewicht voorkomen, goed medicijngebruik en regelmatige controles helpen de bloedsuikerspiegel zo gelijkmatig mogelijk te houden.