Gezondheidsplein is een informatieve website over gezondheid. De gezondheidsinformatie op deze website staat los van eventueel getoonde advertenties.

Cardiovasculair risicomanagement (CVRM): voorkomen van hart- en vaatziekten

Goedgekeurt icoonInformatie goedgekeurd door Drs. MPH H. Vrij-Mazee
4.1 uit 5 - 31 beoordelingen
Beoordeling icoon25 mensen vonden deze informatie nuttig

In de afgelopen jaren is er veel veranderd in de medische wereld. Behandelingen zijn steeds meer gericht op het voorkomen van ziektes in plaats van het genezen ervan. Denk bijvoorbeeld aan cardiovasculair risicomanagement (CVRM): het voorkomen van (het ontstaan of verergeren van) hart- en vaatziekten bij mensen die daar een verhoogd risico op lopen. In dit artikel lees je meer over wat CVRM inhoudt.

Ineke Baas is verpleegkundig specialist in het Martini Ziekenhuis in Groningen op een speciale polikliniek voor boezemfibrilleren – een hartritmestoornis die de kans op een beroerte sterk verhoogt. Dokterdokter sprak haar over haar ervaringen op het gebied van cardiovasculair risicomanagement en waarom het zo belangrijk is de patiënt hier actief bij te betrekken.

Wat zijn hart- en vaatziekten?

Cardiovasculair risicomanagement is gericht op het voorkomen van hart- en vaatziekten bij mensen met een verhoogd risico daarop. Hart- en vaatziekten zijn aandoeningen aan het hart of de bloedvaten. Denk bijvoorbeeld aan een hartinfarct, herseninfarct of aderverkalking. Hart- of vaataandoeningen kunnen grote gevolgen hebben voor de gezondheid. Ze behoren op dit moment zelfs tot de grootste veroorzakers van sterfte in Nederland. Ongeveer één op de drie mensen overlijdt als gevolg van een aandoening aan het hart of de bloedvaten.

Cardiovasculair risicomanagement is gericht op het voorkomen van hart- en vaatziekten bij mensen met een verhoogd risico daarop. Hart- en vaatziekten zijn aandoeningen aan het hart of de bloedvaten. Denk bijvoorbeeld aan een hartinfarct, herseninfarct of aderverkalking. Hart- of vaataandoeningen kunnen grote gevolgen hebben voor de gezondheid. Ze behoren op dit moment zelfs tot de grootste veroorzakers van sterfte in Nederland. Ongeveer één op de drie mensen overlijdt als gevolg van een aandoening aan het hart of de bloedvaten.

Wat zijn de belangrijkste risicofactoren voor hart- en vaatziekten?

Sommige mensen hebben meer kans dan anderen op het ontwikkelen van een hart- en vaatziekte. Zij voldoen aan een zogenoemd risicoprofiel. Dit betekent dat zij aan bepaalde risicofactoren voldoen die de kans verhogen op het krijgen van dergelijke aandoeningen.

Het risicoprofiel voor het ontwikkelen van hart- en vaatziekten is gebaseerd op verschillende risicofactoren. De belangrijkste risicofactoren zijn:

Gebaseerd op een aantal van deze factoren heeft het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) een CVRM risicotabel opgesteld. Hierin kunnen zorgverleners aflezen in welke mate je een verhoogd risico hebt op ziekte of sterfte door een hart- of vaataandoening in de komende tien jaar.

Op basis van het vastgestelde risico kan een behandelplan worden opgesteld met behulp van de NHG-standaard CVRM. Dat is de richtlijn die gevolgd wordt voor cardiovasculair risicomanagement in Nederland.

Sommige mensen hebben meer kans dan anderen op het ontwikkelen van een hart- en vaatziekte. Zij voldoen aan een zogenoemd risicoprofiel. Dit betekent dat zij aan bepaalde risicofactoren voldoen die de kans verhogen op het krijgen van dergelijke aandoeningen.

Het risicoprofiel voor het ontwikkelen van hart- en vaatziekten is gebaseerd op verschillende risicofactoren. De belangrijkste risicofactoren zijn:

Gebaseerd op een aantal van deze factoren heeft het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) een CVRM risicotabel opgesteld. Hierin kunnen zorgverleners aflezen in welke mate je een verhoogd risico hebt op ziekte of sterfte door een hart- of vaataandoening in de komende tien jaar.

Op basis van het vastgestelde risico kan een behandelplan worden opgesteld met behulp van de NHG-standaard CVRM. Dat is de richtlijn die gevolgd wordt voor cardiovasculair risicomanagement in Nederland.

Wat is cardiovasculair risicomanagement precies?

Cardiovasculair risicomanagement is gericht op het aanpakken van de risicofactoren die je kunt veranderen. Denk hierbij dus aan het behandelen van hoge bloeddruk of een verhoogd cholesterol (met of zonder medicijnen), stoppen met roken, gezond eten en voldoende bewegen.

Zo word je geadviseerd minstens vijf dagen in de week een half uur matig intensief te bewegen. Denk aan wandelen, fietsen of zelfs fanatiek schoonmaken. Qua voeding moet je genoeg groenten en fruit eten, niet te veel verzadigde vetten en zout binnenkrijgen en letten op je alcoholinname. Zo zorg je voor een gezond gewicht. Bij CVRM wordt ook gelet op het juist innemen van eventuele medicijnen tegen bijvoorbeeld boezemfibrilleren, hoge bloeddruk of te hoog cholesterol.

CVRM inzetten vóórdat iemand klachten vertoont heet primaire preventie. Volgens verpleegkundig specialist Ineke Baas is dit een lastige behandeling om vol te houden: “Het is moeilijk om mensen te bewegen tot een verandering vóórdat er iets gebeurd is, zoals een hartaanval. De lange termijneffecten zijn voor deze mensen nog niet zichtbaar, want ‘het gaat toch al jaren goed?’ Mensen gaan pas wat doen aan hun leefstijl als er wat gebeurd is. En als dat dan meteen iets aan het hart is, dan is dat schrikwekkend genoeg. Dan weten ze dat ze aan de slag moeten.”

Ook na de diagnose van een hart- of vaatziekte (bijvoorbeeld na een hartaanval of een hartritmestoornis) is het niet te laat om te starten met CVRM. Dit heet dan secundaire preventie. Door aanpassingen te maken in je leefstijl verklein je de kans op het terugkeren van het probleem of het verergeren van de aandoening. Ineke Baas: “Mensen zijn vaak veel gemotiveerder om ermee aan de slag te gaan als ze weten dat ze er zelf ook iets aan kunnen doen. Dat kond ook al vóór die tijd, maar na een diagnose wordt dat ze nog duidelijker.”

Cardiovasculair risicomanagement is gericht op het aanpakken van de risicofactoren die je kunt veranderen. Denk hierbij dus aan het behandelen van hoge bloeddruk of een verhoogd cholesterol (met of zonder medicijnen), stoppen met roken, gezond eten en voldoende bewegen.

Zo word je geadviseerd minstens vijf dagen in de week een half uur matig intensief te bewegen. Denk aan wandelen, fietsen of zelfs fanatiek schoonmaken. Qua voeding moet je genoeg groenten en fruit eten, niet te veel verzadigde vetten en zout binnenkrijgen en letten op je alcoholinname. Zo zorg je voor een gezond gewicht. Bij CVRM wordt ook gelet op het juist innemen van eventuele medicijnen tegen bijvoorbeeld boezemfibrilleren, hoge bloeddruk of te hoog cholesterol.

CVRM inzetten vóórdat iemand klachten vertoont heet primaire preventie. Volgens verpleegkundig specialist Ineke Baas is dit een lastige behandeling om vol te houden: “Het is moeilijk om mensen te bewegen tot een verandering vóórdat er iets gebeurd is, zoals een hartaanval. De lange termijneffecten zijn voor deze mensen nog niet zichtbaar, want ‘het gaat toch al jaren goed?’ Mensen gaan pas wat doen aan hun leefstijl als er wat gebeurd is. En als dat dan meteen iets aan het hart is, dan is dat schrikwekkend genoeg. Dan weten ze dat ze aan de slag moeten.”

Ook na de diagnose van een hart- of vaatziekte (bijvoorbeeld na een hartaanval of een hartritmestoornis) is het niet te laat om te starten met CVRM. Dit heet dan secundaire preventie. Door aanpassingen te maken in je leefstijl verklein je de kans op het terugkeren van het probleem of het verergeren van de aandoening. Ineke Baas: “Mensen zijn vaak veel gemotiveerder om ermee aan de slag te gaan als ze weten dat ze er zelf ook iets aan kunnen doen. Dat kond ook al vóór die tijd, maar na een diagnose wordt dat ze nog duidelijker.”

Wie zijn er betrokken bij CVRM?

Je aanspreekpunt bij cardiovasculair risicomanagement is je huisarts, de praktijkverpleegkundige of verpleegkundig specialist. Ineke Baas: “Ik ben het eerste aanspreekpunt van de patiënt met boezemfibrilleren en heb daar ook tijd voor: zo’n 30 minuten per afspraak. Daarin geef ik vooral veel informatie. Wat betekent de diagnose, hoe moet je daarmee omgaan, wat kun je zelf doen? Ik geef ook al een stukje leefstijladvies en stuur mensen door naar de andere specialisten, zoals de diëtist.”

Om je te helpen bij het maken van aanpassingen in je leefstijl zijn verschillende specialisten betrokken. Zo staat er een diëtist voor je klaar die je kan helpen met het maken van bewuste voedingskeuzes. Ook kun je bij een fysiotherapeut of oefentherapeut terecht voor oefeningen en bewegingsprogramma’s die passen bij jouw lichaam. Daarmee kun op een verantwoorde manier bewegen. Een psycholoog kan je bijvoorbeeld helpen te stoppen met roken.

Je aanspreekpunt bij cardiovasculair risicomanagement is je huisarts, de praktijkverpleegkundige of verpleegkundig specialist. Ineke Baas: “Ik ben het eerste aanspreekpunt van de patiënt met boezemfibrilleren en heb daar ook tijd voor: zo’n 30 minuten per afspraak. Daarin geef ik vooral veel informatie. Wat betekent de diagnose, hoe moet je daarmee omgaan, wat kun je zelf doen? Ik geef ook al een stukje leefstijladvies en stuur mensen door naar de andere specialisten, zoals de diëtist.”

Om je te helpen bij het maken van aanpassingen in je leefstijl zijn verschillende specialisten betrokken. Zo staat er een diëtist voor je klaar die je kan helpen met het maken van bewuste voedingskeuzes. Ook kun je bij een fysiotherapeut of oefentherapeut terecht voor oefeningen en bewegingsprogramma’s die passen bij jouw lichaam. Daarmee kun op een verantwoorde manier bewegen. Een psycholoog kan je bijvoorbeeld helpen te stoppen met roken.

Shared decision making bij CVRM

Cardiovasculair risicomanagement vraagt veel van een persoon. Het is geen behandeling die met het nemen van een paar pillen zomaar weer afgerond is. Je moet er structurele aanpassingen in je leefstijl voor maken. Het is dan ook belangrijk dat je zelf ook volledig achter de behandeling staat. Daarom wordt er bij CVRM steeds meer gebruik gemaakt van shared decision making, oftewel gezamenlijke besluitvorming. Ineke Baas: “Als ik alleen maar afga op wat ik zie op een hartfilmpje en de bloeddrukmeter, maar niet luister naar de patiënt, dan kan ik zomaar op het verkeerde been gezet worden. Heeft iemand bijvoorbeeld vaak last van boezemfibrilleren, dan zou ik kunnen denken dat ik meer medicatie moet voorschrijven om deze aanvallen te voorkomen. Maar als je goed naar de patiënt luistert en hem of haar ook goed informeert over de situatie, kan het heel anders uitpakken. Dan blijkt dat ze het boezemfibrilleren alleen als vervelend ervaren omdat het angst aanjaagt. Wanneer je dan uitlegt wat er nu echt aan de hand is, blijkt dat de patiënt het kan accepteren. Je hoeft dan dus geen extra medicijnen voor te schrijven. Maar je moet wel actief op zoek naar wat de patiënt van je wil. Ik vraag soms dus ook letterlijk: wat wilt u van mij, wat kan ik voor u doen? Shared decision making is dus heel belangrijk bij de behandeling van boezemfibrilleren. Maar eigenlijk bij elke behandeling waar de patiënt voor een keuze staat, is het belangrijk dat hij of zij actief betrokken wordt.”

Cardiovasculair risicomanagement vraagt veel van een persoon. Het is geen behandeling die met het nemen van een paar pillen zomaar weer afgerond is. Je moet er structurele aanpassingen in je leefstijl voor maken. Het is dan ook belangrijk dat je zelf ook volledig achter de behandeling staat. Daarom wordt er bij CVRM steeds meer gebruik gemaakt van shared decision making, oftewel gezamenlijke besluitvorming. Ineke Baas: “Als ik alleen maar afga op wat ik zie op een hartfilmpje en de bloeddrukmeter, maar niet luister naar de patiënt, dan kan ik zomaar op het verkeerde been gezet worden. Heeft iemand bijvoorbeeld vaak last van boezemfibrilleren, dan zou ik kunnen denken dat ik meer medicatie moet voorschrijven om deze aanvallen te voorkomen. Maar als je goed naar de patiënt luistert en hem of haar ook goed informeert over de situatie, kan het heel anders uitpakken. Dan blijkt dat ze het boezemfibrilleren alleen als vervelend ervaren omdat het angst aanjaagt. Wanneer je dan uitlegt wat er nu echt aan de hand is, blijkt dat de patiënt het kan accepteren. Je hoeft dan dus geen extra medicijnen voor te schrijven. Maar je moet wel actief op zoek naar wat de patiënt van je wil. Ik vraag soms dus ook letterlijk: wat wilt u van mij, wat kan ik voor u doen? Shared decision making is dus heel belangrijk bij de behandeling van boezemfibrilleren. Maar eigenlijk bij elke behandeling waar de patiënt voor een keuze staat, is het belangrijk dat hij of zij actief betrokken wordt.”

Drie goede vragen voor shared decision making

Nog niet alle medisch specialisten en zorgprofessionals zijn al even gericht op shared decision making. Daarom moet je soms als patiënt zelf het initiatief nemen om mee te beslissen over je behandelplan. Patiëntenfederatie Nederland en de Federatie Medisch Specialisten hebben daarom de campagne ‘Betere zorg begint met een goed gesprek’ opgezet. Hierin worden drie goede vragen genoemd die je kunt gebruiken om alle informatie op een rijtje te krijgen, waarop je vervolgens je persoonlijke keuze kunt baseren:

  • Wat zijn mijn mogelijkheden?
  • Wat zijn de voordelen en nadelen van die mogelijkheden?
  • Wat betekent dat in mijn situatie?

Ineke Baas: “We zien steeds meer dat mensen allerlei zaken uitvragen bij hun arts. Bijvoorbeeld dat ze met een brief of testuitslag naar hun cardioloog gaan. Een patiënt kan die brief wel lezen, maar daarin staan alleen maar medische termen. Er staat bijvoorbeeld een risicoscore berekend, maar wat houdt dat in voor die patiënt? Gelukkig zien we steeds meer eigen regie van de patiënt en daar ben ik echt een voorstander van. Dan heb je een patiënt die heel erg bezig is met zijn of haar gezondheid en die dus wel meer wil weten. Dat maakt dat je er samen naar kunt kijken en op die manier kunt zorgen dat hij of zij beter geïnformeerd is en daardoor beter gemotiveerd is om de richtlijnen op te volgen.”

Nog niet alle medisch specialisten en zorgprofessionals zijn al even gericht op shared decision making. Daarom moet je soms als patiënt zelf het initiatief nemen om mee te beslissen over je behandelplan. Patiëntenfederatie Nederland en de Federatie Medisch Specialisten hebben daarom de campagne ‘Betere zorg begint met een goed gesprek’ opgezet. Hierin worden drie goede vragen genoemd die je kunt gebruiken om alle informatie op een rijtje te krijgen, waarop je vervolgens je persoonlijke keuze kunt baseren:

  • Wat zijn mijn mogelijkheden?
  • Wat zijn de voordelen en nadelen van die mogelijkheden?
  • Wat betekent dat in mijn situatie?

Ineke Baas: “We zien steeds meer dat mensen allerlei zaken uitvragen bij hun arts. Bijvoorbeeld dat ze met een brief of testuitslag naar hun cardioloog gaan. Een patiënt kan die brief wel lezen, maar daarin staan alleen maar medische termen. Er staat bijvoorbeeld een risicoscore berekend, maar wat houdt dat in voor die patiënt? Gelukkig zien we steeds meer eigen regie van de patiënt en daar ben ik echt een voorstander van. Dan heb je een patiënt die heel erg bezig is met zijn of haar gezondheid en die dus wel meer wil weten. Dat maakt dat je er samen naar kunt kijken en op die manier kunt zorgen dat hij of zij beter geïnformeerd is en daardoor beter gemotiveerd is om de richtlijnen op te volgen.”

Verder lezen

Pagina laatst aangepast op 05-04-2022

Auteur: Redactie Gezondheidsplein

Deze informatie is gecontroleerd door:

Vond je deze informatie nuttig?

4.1 uit 5 - 31 beoordelingen

Heeft deze informatie jou geholpen?

Auteur: Alieke de Greeuw

Bronnen: NHG, Zorginzicht, Medisch contact, Zorgstandaard diabetes, Zorggroep SEZ, Nederlandse Vereniging voor Hart- en Vaat Verpleegkundigen, Interview met Ineke Baas bij media evenement shared decision making - Boehringer Ingelheim.

.
- Advertentie -
- Advertentie -