Cardiovasculair risicomanagement is gericht op het aanpakken van de risicofactoren die je kunt veranderen. Denk hierbij dus aan het behandelen van hoge bloeddruk of een verhoogd cholesterol (met of zonder medicijnen), stoppen met roken, gezond eten en voldoende bewegen.
Zo word je geadviseerd minstens vijf dagen in de week een half uur matig intensief te bewegen. Denk aan wandelen, fietsen of zelfs fanatiek schoonmaken. Qua voeding moet je genoeg groenten en fruit eten, niet te veel verzadigde vetten en zout binnenkrijgen en letten op je alcoholinname. Zo zorg je voor een gezond gewicht. Bij CVRM wordt ook gelet op het juist innemen van eventuele medicijnen tegen bijvoorbeeld boezemfibrilleren, hoge bloeddruk of te hoog cholesterol.
CVRM inzetten vóórdat iemand klachten vertoont heet primaire preventie. Volgens verpleegkundig specialist Ineke Baas is dit een lastige behandeling om vol te houden: “Het is moeilijk om mensen te bewegen tot een verandering vóórdat er iets gebeurd is, zoals een hartaanval. De lange termijneffecten zijn voor deze mensen nog niet zichtbaar, want ‘het gaat toch al jaren goed?’ Mensen gaan pas wat doen aan hun leefstijl als er wat gebeurd is. En als dat dan meteen iets aan het hart is, dan is dat schrikwekkend genoeg. Dan weten ze dat ze aan de slag moeten.”
Ook na de diagnose van een hart- of vaatziekte (bijvoorbeeld na een hartaanval of een hartritmestoornis) is het niet te laat om te starten met CVRM. Dit heet dan secundaire preventie. Door aanpassingen te maken in je leefstijl verklein je de kans op het terugkeren van het probleem of het verergeren van de aandoening. Ineke Baas: “Mensen zijn vaak veel gemotiveerder om ermee aan de slag te gaan als ze weten dat ze er zelf ook iets aan kunnen doen. Dat kond ook al vóór die tijd, maar na een diagnose wordt dat ze nog duidelijker.”