Tijdens de overgang krijgt zo’n tachtig procent van de vrouwen te maken met overgangsverschijnselen. Het ontstaan van overgangsverschijnselen heeft alles te maken met de verandering van hormonen in het lichaam. Naarmate je ouder wordt neemt het aantal hormonen af. De hormonen die invloed hebben op overgangsverschijnselen zijn:
- Oestrogeen – ook wel vrouwelijk hormoon genoemd omdat oestrogeen betrokken is bij de ontwikkeling van vrouwelijke geslachtskenmerken. Oestrogenen spelen ook een rol bij de soepelheid van je spieren, slijmvliezen en huid.
- Progesteron – dit hormoon bevordert de voorbereiding van het baarmoederslijmvlies voor de innesteling van een bevruchte eicel.
- Androgeen – mannelijk hormoon waarvan de productie meestal stopt na de overgang.
- Testosteron – vrouwen maken kleine hoeveelheden testosteron aan wat invloed heeft op je seksuele drive, lichaamsbeharing en spierontwikkeling.
- Follikel stimulerend hormoon (FSH) – stimuleert de groei van eiblaasjes (follikels) die vervolgens oestrogeen produceren.
Tijdens de overgang bereidt je lichaam zich langzaam voor op een onvruchtbare periode. Hierdoor is het lichaam tijdelijk van slag en schommelt de hormoonproductie. Deze schommelingen veroorzaken verschillende overgangsklachten. Bekende overgangsverschijnselen zijn:
Heb je last van overgangsverschijnselen en wil je weten hoe je deze kunt verminderen? Lees dan verder op de pagina Overgangsklachten verminderen.