De menopauze is het moment tijdens de overgang waarop je als vrouw de laatste ovulatie of eisprong en menstruatie hebt. In de periode rond de laatste menstruatie ben je niet meer vruchtbaar. Je kunt vooraf niet zeggen wanneer de menopauze plaatsvindt. Achteraf kun je pas met zekerheid weten dat je de laatste menstruatie hebt gehad wanneer je erna een jaar geen bloed meer verloren hebt.
De menopauze ontstaat doordat de vrouw geen eitjes meer heeft in de eierstokken. Bij de geboorte heb je ongeveer een miljoen eitjes. Iedere dag sterven er eicellen af. De eitjes maken het vrouwelijke hormoon oestrogeen en progesteron aan. Oestrogeen en progesteron spelen tijdens de puberteit een belangrijke rol in de groei van het baarmoederslijmvlies. Ze zorgen voor de rijping van het eiblaasje en de eisprong, wat van belang is om later zwanger te worden.
Rond de eerste menstruatie (rond het dertiende levensjaar) heb je nog ongeveer 400.000 eitjes. Na elke menstruatie wordt het aantal opgeslagen eitjes minder. Rond de menopauze is de voorraad eicellen zodanig afgenomen, dat de eierstokken minder oestrogeen en progesteron produceren. Hierdoor raakt de opbouw van het baarmoederslijmvlies ontregeld en vindt er geen eisprong meer plaats. Dit markeert de menopauze: je hebt de laatste menstruatie gehad.