Een droom is een eigenlijk een film van je gedachten. De hele dag denk je aan dingen en dat gaat ’s nachts gewoon door. Je verwerkt de emoties en gebeurtenissen van de dag. Alleen is de vorm van dit gedachteproces ’s nachts een tikkeltje anders dan overdag. Daardoor gaan dromen over zaken die je bezig houden, maar vaak met een (onrealistische) twist. De buitenwereld kan een droom ook beïnvloeden, maar het meeste wordt door ons zelf gemaakt. Hierdoor raken de gebeurtenissen en emoties in de droom ons ook echt.
Droombeelden kunnen in elk stadium van slaap voorkomen, maar ze vinden voornamelijk plaats in de REM-slaap. Tijdens deze fase zijn je hersenen ontzettend druk bezig, terwijl de rest van je lichaam volledig ontspannen is. In tegenstelling tot de REM-slaap lijkt dromen geen enkele functie te hebben. De REM-slaap is wel noodzakelijk. Bij gebrek hieraan word je moe, raak je geprikkeld en heb je moeite om nieuwe informatie op te nemen. Soms kun je zelfs gaan hallucineren. Voldoende REM-slaap draagt daarnaast bij aan de ontwikkeling van je hersenen en het efficiënt inpassen van nieuwe (emotionele) informatie.
Er bestaan ook lucide dromen – dromen waarin je weet dat je aan het dromen bent – en deze kunnen wel een functie hebben. Je kunt ze gebruiken om bijvoorbeeld angsten te overwinnen. Bij lucide dromen kun je zelf namelijk actief de inhoud sturen. Vind je het eng om voor grote groepen te spreken? Dan kun je in je droom een situatie simuleren waarbij je een presentatie geeft voor honderden toehoorders. Als je deze droom genoeg herhaalt, zul je merken dat voor 15 man spreken opeens een stuk minder eng is. Lucide dromen kunnen dus zeer nuttig zijn. Iedereen kan een lucide droom krijgen én met speciale technieken kun je het jezelf zelfs aanleren.