Slaap is geen aaneengesloten periode van ‘bewusteloosheid’. Je wisselt perioden van lichte slaap, diepe slaap en wakker zijn met elkaar af. Eigenlijk verloopt slapen in verschillende fases, die bij elkaar ongeveer anderhalf uur duren en elkaar steeds opvolgen. De volgende specifieke fases kun je in een slaapcyclus onderscheiden:
- Fase 1 – Sluimerslaap: Dit is het begin van je slaap en deze fase duurt slechts vijf tot tien minuten. In deze fase kun je nog gemakkelijk wakker worden. Het voelt dan alsof je nog niet geslapen hebt.
- Fase 2 – Lichte slaap: Deze fase duurt 30 tot 40 minuten. Ook in deze fase kun je nog gemakkelijk wakker worden en dan voelt het alsof je nog niet sliep.
- Fase 3 – Diepe slaap: In deze fase slaap je ‘echt’. Je ademhaling is rustig, je hartslag gaat omlaag en je spieren ontspannen. Ook ben je minder gevoelig voor licht en geluid. In deze fase is het moeilijker om je wakker te maken. Vanaf je veertigste wordt de diepe slaapfase steeds korter. Hierdoor voelen veel ouderen zich ’s morgens niet goed uitgerust. Het inkorten van de slaapfases werkt door tot en met aan de laatste fase, de REM-slaap.
- Fase 4 – Zeer diepe slaap: In de vierde fase worden je slaapbehoeftes het meest bevredigd. Je bent niet wakker te krijgen, behalve door luide muziek of fel licht.
- Fase 5 – REM-slaap: Waar in fase 1 tot en met 4 je hersenen inactief zijn, draaien ze in de REM-slaap op volle toeren. Hierdoor kun je heel levendig dromen. Hiervan herinner je je meestal niks, behalve als je wakker schrikt. De totale REM-slaap bedraagt 25 procent van de periode waarin we slapen. Lees hier meer over de functies van de REM-slaap.
In principe eindigt elke slaapcyclus met de REM-slaap. Hierna word je kort wakker, waarna de cyclus opnieuw begint. Wel is het zo dat naarmate de nacht vordert het REM-stadium langer wordt en dat sommige eerdere fases worden overgeslagen. Gedurende de nacht herhalen de fases zich drie tot vier keer.