De ziekte van Dupuytren, ook wel koetsiershand genoemd, wordt gekenmerkt door klachten in de palm van de hand. Deze aandoening wordt ook wel de contractuur van Dupuytren genoemd. Een contractuur is een blijvende samentrekking of verkorting van weefsel, bijvoorbeeld spierweefsel, peesweefsel, banden, kapsels of huid, ten gevolge van organische veranderingen zoals ontstekingen, littekenvorming en spieraandoeningen. Hierdoor kan een bewegingsbeperking van gewrichten ontstaan tot zelfs een dwangstand.
Bij de ziekte van Dupuytren ontwikkelen zich kleine knobbels in het bindweefsel van de handpalm. Deze knobbels vormen strengen. De strengen strekken zich uit tot de vingers en verschrompelen waardoor de vingers krom gaan staan (klauwstand).
Meestal begint Dupuytren bij de pink en de ringvinger. Bij ongeveer de helft van de mensen met Dupuytren komt het voor in beide handen. Het verloop van de ziekte verschilt van persoon tot persoon.
De ziekte van Dupuytren komt bijna alleen voor bij Noord-Europeanen en komt ongeveer acht keer meer voor bij mannen dan bij vrouwen. Op latere leeftijd verdwijnt dit verschil tussen mannen en vrouwen. Bij mannen ontstaat de ziekte van Dupuytren ziekte meestal na hun vijftigste, bij vrouwen meestal later.