Het belangrijkste symptoom van dyscalculie is moeite hebben met rekenen. Bij de meeste kinderen worden gemakkelijke sommen op den duur een automatisme. Een kind weet bijvoorbeeld wat drie plus vier is. Daarna leert hij snel wat dertien plus vier is, door van de eerder opgeslagen informatie gebruik te maken. Een kind met dyscalculie heeft hier meer moeite mee en moet hier langer over nadenken. Het duurt langer voordat de rekenvaardigheden aangeleerd worden.
Kenmerken van dyscalculie zijn:
- Een kind blijft lang 'op zijn vingers tellen'.
- Vaak getallen omdraaien of verkeerd plaatsen.
- Moeite hebben met de stappen te doorlopen voor het oplossen van een som.
- Geen som op kunnen lossen door een herinnering op te halen van een eerder opgeloste, soortgelijke som.
- Trager rekenen dan andere kinderen.
- Moeite met klokkijken.
- Vaak is er ook een minder goed korte termijngeheugen.
- Vaak krijgen kinderen met een leerstoornis als dyscalculie ook faalangst, een gebrek aan zelfvertrouwen, gedragsproblemen of zelfs depressiviteit.
Dyscalculie is een lastige stoornis, omdat je bijvoorbeeld moeite hebt met snel geld tellen bij het afrekenen van je boodschappen. En omdat je niet goed kunt klokkijken of bijvoorbeeld de bustijden in het bushokje niet goed kunt lezen of kunt misinterpreteren.