Er zijn verschillende methoden om de borst te reconstrueren. De keuze voor een behandeling is afhankelijk van verschillende factoren, zoals je gezondheid, je wensen, de vorm en grootte van je borsten en de overgebleven huid en weefsel na de operatie. Grofweg zijn er drie methoden voor borstreconstructie: correctie met borstimplantaten, met je eigen weefsel of een combinatie van deze methoden.
Borstreconstructie met borstimplantaat
Soms wordt de borst gereconstrueerd met behulp van een siliconen prothese. Hierover lees je meer op de pagina Borstreconstructie met borstimplantaat.
Reconstructie met eigen weefsel
Soms is het mogelijk om een nieuwe borst te maken met eigen spier-, huid- en vetweefsel. Er is dan geen prothese nodig. Het weefsel komt meestal van de buik (DIEP-methode). Soms is het weefsel afkomstig van de binnenzijde van het bovenbeen en de bil (PAP-methode). Een borstreconstructie met eigen weefsel duurt relatief lang, gemiddeld zo’n vier tot acht uur. Je houdt een extra litteken door de weefselafname bij de buik of het bovenbeen.
Reconstructie met eigen weefsel en borstimplantaat
Soms wordt een combinatie van beide technieken gebruikt. Bijvoorbeeld als er te weinig huid van goede kwaliteit beschikbaar is door bestraling. Om de borst voldoende volume te geven wordt ook een borstprothese ingebracht.