Een paar voorbeelden van lichaamstaal. Als je een persoon voor het eerst ontmoet, vorm je in de eerste 10 seconden een bepaalde indruk, zoals nerveus, afstandelijk, serieus enz. Door deze eerste indruk geef je aan in wat voor richting het verdere contact zal lopen. Aanraking is ook een vorm van lichaamstaal en kan ons iets vertellen over waardering van en vertrouwen in iemand, maar ook over machtsgevoel ten opzichte van anderen. Voorbeelden van aanrakingen waarbij machtsverschil wordt aangegeven als tweede boodschap zijn onder andere: het bemoedigende schouderklopje, de aai over het hoofd en de arm om de schouder. De basisemoties boosheid, vreugde, verdriet, angst, afschuw en verrassing zijn vormen van lichaamstaal die iedereen kent en begrijpt.
Lichaamstaal helpt je in verschillende situaties: tijdens je sollicitatie, bij een toespraak, in de sport en in de liefde. Als je bijvoorbeeld op vakantie gaat naar een land waar je de taal niet spreekt, kan je je ook met 'handen en voeten' redden. Zo kan je de weg vragen of aangeven dat je ergens wat wilt eten. Je maakt je gebaren misschien wel wat nadrukkelijker, maar spreekt de ander daarbij meestal gewoon in je eigen taal aan. Hoewel de ander onze woorden niet verstaat, kan hij uit de intonatie en illustrerende gebaren veel opmaken.
Heb jij tijdens je vakantie veel met handen en voeten gesproken? Zijn daar bijvoorbeeld komische gebeurtenissen uit voortgekomen? Let jij op lichaamstaal van een ander of jezelf? En weet jij altijd precies wat de ander bedoelt met zijn of haar boodschap?