Gezondheidsplein is een informatieve website over gezondheid. De gezondheidsinformatie op deze website staat los van eventueel getoonde advertenties.

Ook naasten van kankerpatiënten leveren een zware strijd

De diagnose kanker kan veel teweegbrengen. Niet alleen voor degene die ziek is, maar ook voor diens directe omgeving. Zij moeten zich sterk houden, terwijl hun geliefde een zware strijd levert. En dat gaat de naasten van kankerpatiënten niet in de koude kleren zitten. Marijke Dierdorp, psycholoog van het Ingeborg Douwes Centrum, vertelt over de problemen waarmee naasten van kankerpatiënten kunnen kampen. "De gevoelens en emoties van naasten blijven te vaak onderbelicht in het ziekteproces."

Marijke Dierdorp, psycholoogUit onderzoek blijkt dat familieleden met net zoveel psychologische problemen kampen als de kankerpatiënt zelf. Om welke klachten gaat het dan?

“Je moet dan denken aan gevoelens van verdriet, machteloosheid, boosheid, onzekerheid en angst. Vooral de angst om iemand te verliezen is groot. Hoe ziet de toekomst er zonder diegene uit? En kan ik dat wel aan? Velen vinden het moeilijk om deze gevoelens een plaats te geven en erover te praten. In het dagelijks leven lopen ze daardoor vast. Ze kunnen zich niet meer goed concentreren op hun werk of hebben door het verdriet geen zin meer om uit bed te komen. Alle emoties en stress monden soms zelfs uit in een depressie.”

Wanneer steken deze klachten de kop op?

“Gedurende het ziekteproces spelen deze gevoelens vaak al onderhuids. Maar tijdens de behandelingen van hun geliefde geven veel mensen er niet aan toe. Ze zijn bezig met overleven en proberen sterk te zijn voor hun partner, kind of ouder. Ze leggen daar al hun energie in. Na de behandelingen komt vaak de mentale klap. Er wordt dan verwacht dat je de draad weer oppakt, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan.”

In Nederland is het zoeken van psychosociale hulp nog een behoorlijk taboe-onderwerp. Mensen durven het niet te vertellen omdat zij bang zijn voor aansteller te worden aangezien. Merk jij dat het voor naasten van kankerpatiënten een drempel is om hulp te zoeken?

“Het kan voor sommige mensen zeker een drempel zijn. Naasten hebben toch vooral het gevoel dat zij sterk moeten blijven. Zij zijn immers niet de patiënt. Gelukkig zijn huisartsen er steeds meer alert op en weten de mensen ons beter te vinden. Als wij (ex-)kankerpatiënten ondersteuning bieden, zijn we ook wel beducht op hoe het met de directe omgeving gaat. Wij vragen daarnaar en nodigen ook regelmatig partners uit om eens mee te komen. Zo hopen we de drempel te verlagen.”

Stel, mijn moeder heeft borstkanker en daardoor komt er op mijn werk niks meer uit mijn handen. Ook doe ik geen leuke dingen meer met vrienden, omdat mijn hoofd er niet naar staat. Hoe kan een therapeut mij dan helpen?

“In het Ingeborg Douwes Centrum ondersteunen we mensen bij de verwerking, en het omgaan met verdriet, angst, boosheid en verlies. Aan de hand van een intakegesprek bepalen we wat je klachten zijn en waar de focus op moet liggen. Je kunt kiezen voor individuele begeleiding, maar ook voor groepsbegeleiding. De kracht van het laatste is het lotgenotencontact. Je herkent dingen van elkaar en kunt ervaringen uitwisselen. Was jij ook zo moe? En hoe ging jij verder nadat de behandelingen van je moeder voorbij waren? De mogelijkheid om met elkaar te praten en stoom af te blazen kan goed helpen om alles weer op een rijtje te krijgen.

Vind jij dat huisartsen, oncologen en verpleegkundigen voldoende alert zijn op de psychosociale problemen van de naasten tijdens het ziekteproces?

“De eerste aandacht gaat altijd uit naar de patiënt. Dat is logisch. Maar de gevoelens en emoties van naasten blijven te vaak onderbelicht in het ziekteproces. Daar kunnen artsen wel alerter op zijn, en dan vooral huisartsen. De patiënt heeft ook baat bij een partner die goed in zijn vel zit. In het ziekenhuis vullen kankerpatiënten vaak een vragenlijst in over hoe zij zich voelen, de zogenaamde Lastmeter. Misschien is het idee om dit ook voor naasten in te voeren. Verder is er op dit vlak nog een slag te maken in de scholing van verplegend personeel.”  

.
- Advertentie -
- Advertentie -