NIPO: piekerpatiënten belagen artsen

Ongeveer 350.000 Nederlanders hebben te kampen met overmatige bezorgdheid, oftewel gegeneraliseerde angststoornis. (NIPO) De aandoening uit zich als onophoudelijk piekeren en tobben over normale dagelijkse gebeurtenissen - dit alles gedurende tenminste zes maanden. Dit 'chronisch piekeren', voor de patiënt en zijn/haar omgeving een vervelende aandoening, gaat vaak gepaard met lichamelijke klachten, zoals slaap- en concentratieproblemen, rusteloosheid, snel vermoeid zijn, prikkelbaarheid en spierspanningsklachten. Piekeraars en tobbers vormen een zware belasting voor de huisartsenpraktijk, zo leert dit recent NIPO-onderzoek onder huisartsen. Deze categorie patiënten vergt immers veel extra (consult)tijd in de spreekkamer. Uit het NIPO-onderzoek blijkt verder dat huisartsen die de meeste overmatig bezorgde patiënten zien, ongeveer 73 patiënten in de praktijk hebben die elk gemiddeld 12 keer per jaar met piekerklachten op het spreekuur komen. Dit betekent een jaarlijkse kostenpost van meer dan 145 miljoen gulden. Volgens 92% van de huisartsen functioneren overmatig bezorgde patiënten vooral op sociaal gebied slecht. Overmatige bezorgdheid resulteert, volgens de artsen, vooral in arbeidsverzuim (65%) en een verminderde interesse in sex (58%). Een minderheid (40%) van de ondervraagde artsen signaleert dat deze patiënten kampen met overmatig alcoholgebruik, terwijl drugsgebruik door 25% van de artsen wordt gemeld.