Gezondheidsplein is een informatieve website over gezondheid. De gezondheidsinformatie op deze website staat los van eventueel getoonde advertenties.

Waaruit bestaat de behandeling van een sociale fobie?

4 uit 5 - 7 beoordelingen
Beoordeling icoon0 mensen vonden deze informatie nuttig

Een sociale fobie gaat niet vanzelf over. Als je er vanaf wilt komen, is behandeling dus noodzakelijk. Dit kan op twee manieren: met gedragstherapie en/of medicijnen. Vaak wordt een combinatie gemaakt tussen beide methoden.

Cognitieve gedragstherapie bij sociale fobie

Bij een sociale fobie ontwikkel je gedachten en angsten die niet reëel zijn. Bij cognitieve gedragstherapie leer je hoe je om moet gaan met je sociale fobie. Dit kan door middel van:

  • Je gedachten om te buigen in realistische gedachten. Hierbij kan het helpen om een dagboek bij te houden waarin je opschrijft wanneer de angst optreedt en welke gedachten je voor en tijdens deze angstaanval hebt. Dit kan houvast bieden bij het doorbreken van je angstgevoelens.
  • Leren omgaan met sociaal fobische situaties. Onder begeleiding wordt je blootgesteld aan situaties waar je angst voor hebt. Na verloop van tijd worden dit steeds moeilijkere situaties. Je oefent hierbij ook je sociale vaardigheden.
  • Ontspanningsoefeningen, zoals ademhalingstechnieken. Dit helpt je om rustiger te blijven in situaties die spanning oproepen.

Hoelang je cognitieve gedragstherapie moet volgen, is afhankelijk van het type angst. Gemiddeld moet je gedurende 3 tot 6 maanden wekelijks een psycholoog of psychiater bezoeken. Tussendoor moet je zelf ook oefeningen doen.  Als de therapie is afgelopen, zul je je nog enige tijd actief bezig moeten houden met het analyseren en toetsen van je gedachten. Naar verloop van tijd zullen de nieuwe realistische gedachtepatronen onbewust deel van jezelf worden. Cognitieve gedragstherapie kan zowel bij het specifieke subtype als bij de gegeneraliseerde sociale fobie worden toegepast.

Bij een sociale fobie ontwikkel je gedachten en angsten die niet reëel zijn. Bij cognitieve gedragstherapie leer je hoe je om moet gaan met je sociale fobie. Dit kan door middel van:

  • Je gedachten om te buigen in realistische gedachten. Hierbij kan het helpen om een dagboek bij te houden waarin je opschrijft wanneer de angst optreedt en welke gedachten je voor en tijdens deze angstaanval hebt. Dit kan houvast bieden bij het doorbreken van je angstgevoelens.
  • Leren omgaan met sociaal fobische situaties. Onder begeleiding wordt je blootgesteld aan situaties waar je angst voor hebt. Na verloop van tijd worden dit steeds moeilijkere situaties. Je oefent hierbij ook je sociale vaardigheden.
  • Ontspanningsoefeningen, zoals ademhalingstechnieken. Dit helpt je om rustiger te blijven in situaties die spanning oproepen.

Hoelang je cognitieve gedragstherapie moet volgen, is afhankelijk van het type angst. Gemiddeld moet je gedurende 3 tot 6 maanden wekelijks een psycholoog of psychiater bezoeken. Tussendoor moet je zelf ook oefeningen doen.  Als de therapie is afgelopen, zul je je nog enige tijd actief bezig moeten houden met het analyseren en toetsen van je gedachten. Naar verloop van tijd zullen de nieuwe realistische gedachtepatronen onbewust deel van jezelf worden. Cognitieve gedragstherapie kan zowel bij het specifieke subtype als bij de gegeneraliseerde sociale fobie worden toegepast.

Medicijnen bij sociale fobie

Er kunnen verschillende soorten medicijnen worden voorgeschreven bij sociale fobie. Als het gaat om een specifieke sociale fobie, waarbij de patiënt bang is voor één specifieke sociale situatie, dan wordt vaak een bètablokker voorgeschreven. Dit is een medicijn dat vooral de lichamelijke verschijnselen van angst onderdrukt, zoals zweten, blozen en trillen. Dit medicijn moet 1 tot 2 uur van tevoren ingenomen worden.

Bij een gegeneraliseerde sociale fobie wordt tegenwoordig bij voorkeur gekozen voor een bepaalde groep antidepressiva: de SSRI's (selectieve serotonine heropname remmers). Deze medicijnen tegen depressies blijken ook goed te helpen bij een sociale fobie. Lees meer hierover onder het kopje ‘Antidepressiva bij sociale fobie’ en ‘Bijwerkingen van antidepressiva’.

Andere medicijnen die je bij een sociale fobie kunt gebruiken zijn:

  • Benzodiazepines. Deze medicijnen zorgen voor een kalmerend effect, waardoor je beter kunt slapen of rustiger wordt. Ze werken vrij snel en hebben een tijdelijk effect. Benzodiazepines worden minder snel voorgeschreven dan antidepressiva, omdat het al snel voor gewenning zorgt en verslavend is.
  • Venlafaxine. Deze geneesmiddelen lijken op SSRI’s. Zij regelen ook de hoeveelheid serotonine (serotonine is een hormoon dat zorgt voor prettige gevoelens) in de hersenen. Venlafaxine vermindert angsten en verbetert de stemming. De medicijnen werken meestal na een paar maanden, maar als de medicijnen na vier maanden nog steeds niet werken dan slaat het waarschijnlijk niet aan. Er kunnen bijwerkingen optreden, zoals maag-darmklachten, seksuele stoornissen, hoofdpijn en zweten. Dit merk je vaak in de eerste paar weken. De klachten nemen in de loop van de tijd af.

Er kunnen verschillende soorten medicijnen worden voorgeschreven bij sociale fobie. Als het gaat om een specifieke sociale fobie, waarbij de patiënt bang is voor één specifieke sociale situatie, dan wordt vaak een bètablokker voorgeschreven. Dit is een medicijn dat vooral de lichamelijke verschijnselen van angst onderdrukt, zoals zweten, blozen en trillen. Dit medicijn moet 1 tot 2 uur van tevoren ingenomen worden.

Bij een gegeneraliseerde sociale fobie wordt tegenwoordig bij voorkeur gekozen voor een bepaalde groep antidepressiva: de SSRI's (selectieve serotonine heropname remmers). Deze medicijnen tegen depressies blijken ook goed te helpen bij een sociale fobie. Lees meer hierover onder het kopje ‘Antidepressiva bij sociale fobie’ en ‘Bijwerkingen van antidepressiva’.

Andere medicijnen die je bij een sociale fobie kunt gebruiken zijn:

  • Benzodiazepines. Deze medicijnen zorgen voor een kalmerend effect, waardoor je beter kunt slapen of rustiger wordt. Ze werken vrij snel en hebben een tijdelijk effect. Benzodiazepines worden minder snel voorgeschreven dan antidepressiva, omdat het al snel voor gewenning zorgt en verslavend is.
  • Venlafaxine. Deze geneesmiddelen lijken op SSRI’s. Zij regelen ook de hoeveelheid serotonine (serotonine is een hormoon dat zorgt voor prettige gevoelens) in de hersenen. Venlafaxine vermindert angsten en verbetert de stemming. De medicijnen werken meestal na een paar maanden, maar als de medicijnen na vier maanden nog steeds niet werken dan slaat het waarschijnlijk niet aan. Er kunnen bijwerkingen optreden, zoals maag-darmklachten, seksuele stoornissen, hoofdpijn en zweten. Dit merk je vaak in de eerste paar weken. De klachten nemen in de loop van de tijd af.
- Advertentie -

Vond je deze informatie nuttig?

4 uit 5 - 7 beoordelingen

Heeft deze informatie jou geholpen?

Pagina laatst aangepast op 18-01-2017

Auteur: Redactie Gezondheidsplein

.
- Advertentie -
- Advertentie -