De blaas heeft de vorm van een peer met drie kleine openingen. Twee van deze openingen zitten aan de zijkant. Hierin monden de urineleiders uit. Deze zorgen ervoor dat de urine vanuit je nieren naar je blaas kan vloeien. Onderaan de blaas zit ook nog een opening. Hieraan zit je plasbuis. Via deze buis kan de urine je lichaam verlaten. Je plasbuis wordt afgesloten met een sluitspier zodat je niet ongewenst urine verliest.
Tussen je urineleiders en je plasbuis bevindt zich een gevoelig, driehoekig gebiedje. Als je blaas zich met urine vult, rekt je blaas zich op, en dus ook dit driehoekige gebiedje. Als gevolg hiervan krijgen je hersenen het signaal dat je naar de wc moet. De hersenen stimuleren vervolgens de blaaswand die met spieren bekleed is, zich om samen te trekken. Ook gaat er een signaal naar je sluitspier om zich te ontspannen. Vervolgens kan de urine je lichaam verlaten. Normaal gesproken kan deze reactie bewust onderdrukt en tegengehouden worden.