Vergroting van de prostaat

Bij jonge mannen is de prostaat ongeveer zo groot als een kastanje. Vanaf het dertigste levensjaar begint de prostaat bij de meeste mannen langzaam te groeien, onder invloed van het mannelijke geslachtshormoon testosteron. Bij ongeveer een op de drie mannen leidt dit in de loop van hun leven tot een merkbare vergroting van de prostaat. Zo’n vergroting wordt meestal pas opgemerkt na het vijftigste levensjaar. De ‘kastanje’ kan uiteindelijk doorgroeien tot het formaat van een sinaasappel. Een goedaardige prostaatvergroting wordt ook wel ‘benigne prostaathyperplasie’ of ‘benigne prostaathypertrofie’ genoemd.

Soms wordt de prostaat zo groot dat hij de plasbuis dichtdrukt. De spieren van de blaas kunnen dit vaak een tijdlang compenseren. De spieren worden sterker en sturen de urine met grotere kracht door de plasbuis. Er ontstaan pas klachten als de prostaat zó groot wordt dat de blaasspieren niet meer genoeg kracht hebben om de urine door de vernauwde plasbuis te sturen.

Op vijftigjarige leeftijd heeft ongeveer dertig procent van de mannen plasproblemen door de vergroting. Vanaf zeventig jaar heeft de helft van de mannen plasklachten.

Om er zeker van te zijn dat de vergroting van je prostaat goedaardig is, is het noodzakelijk om dit door een huisarts of medisch specialist te laten onderzoeken. Het onderzoek door de arts bestaat uit een gesprek en het rectaal toucheren van de prostaat. Daarnaast kan er een zogeheten PSA-bepaling uitgevoerd worden. PSA staat voor prostaat-specifiek antigeen, een eiwit in het bloed dat door de prostaat wordt gemaakt. Aan de hand van de PSA-bepaling besluit de arts of vervolgonderzoek naar prostaatkanker noodzakelijk is.