Bij artrose in de rug of de ruggenwervels slijt het kraakbeen van de tussenwervelschijven in de rug. Rugartrose is een chronische, progressieve aandoening. Dat houdt in dat de slijtage toeneemt en klachten geleidelijk aan erger kunnen worden. Rugartrose wordt ook wel aangeduid als spondylose.
De ruggengraat bestaat voor een deel uit ruggenwervels. Hiertussen zitten zogenoemde tussenwervelschijven, die zorgen voor beweeglijkheid van de rug en schokwering bij beweging. De tussenwervelschijven bestaan uit een zachte kern met daaromheen een laagje kraakbeen. Bij artrose in de rug neemt dit laagje langzaam af en wordt de hoogte van de tussenwervelschijf minder. Bij het ouder worden neemt onze lichaamslengte af, wat vooral komt door het hoogteverlies van de tussenwervelschijven.
Hoewel het dus eigenlijk gaat om slijtage van kraakbeen, spreken we in de volksmond ook wel van slijtage van de rug of een versleten rug. Naast de gewrichten in de knieën en nek zijn ook de ruggenwervels erg gevoelig voor artrose. Zo komt artrose eveneens vaak voor in de facetgewrichten, die laag in de rug zitten. Zit de artrose in de rug vooral in de facetgewrichten, dan wordt het ook wel aangeduid als facetartrose of spondylartrose.