Gezondheidsplein is een informatieve website over gezondheid. De gezondheidsinformatie op deze website staat los van eventueel getoonde advertenties.

Wat zijn HDL-cholesterol en LDL-cholesterol?

4.5 uit 5 - 159 beoordelingen
Beoordeling icoon0 mensen vonden deze informatie nuttig

Wat zijn de verschillen tussen HDL-cholesterol en LDL-cholesterol? En wat voor invloed hebben ze op je gezondheid? Je leest het hier.

Verschil HDL-cholesterol en LDL-cholesterol

Om cholesterol – de vetachtige stof – in het bloed te vervoeren moet het gekoppeld worden aan een eiwit. Deze koppeling tussen cholesterol en een transporteiwit heet een lipoproteïne (‘lipo’ komt van ‘lipide’ = vet en proteïne = eiwit). Dit kan HDL of LDL zijn. HDL staat voor high-density lipoproteïne en LDL voor low-density lipoproteïne.

HDL en LDL hebben andere eigenschappen, functies en andere effecten. LDL transporteert cholesterol van de lever naar verschillende weefsels in het lichaam. Als cholesterol verpakt is in LDL dan kan het lichaam dit uit het bloed halen en gebruiken voor bijvoorbeeld de opbouw van een lichaamscel of het maken van een hormoon. Als er echter te veel LDL-cholesterol is, zal niet al het LDL-cholesterol uit het bloed worden opgenomen en kan het zich afzetten op bijvoorbeeld de vaatwand. Daarom is een hoog LDL-cholesterol een risicofactor voor hart- en vaatziekten. LDL-cholesterol wordt daarom ook wel het ‘slechte’ cholesterol genoemd. HDL brengt overtollig cholesterol juist weer terug vanuit weefsels naar de lever om het af te breken. Daarom wordt het HDL-cholesterol ook wel het ‘goede’ cholesterol genoemd.

Je zou denken dat om het risico op hart- en vaatziekten te verminderen het ‘slechte’ LDL-cholesterol zo laag mogelijk moet zijn en het ‘goede’ HDL-cholesterol zo hoog mogelijk. Zo simpel is het echter niet.

Is LDL-cholesterol echt zo slecht?

LDL-cholesterol is niet alleen maar slecht, het is zelfs nodig om cholesterol op de juiste plekken in het lichaam te krijgen. Daar wordt cholesterol bijvoorbeeld gebruikt voor de bouw van cellen. Zonder LDL-cholesterol zouden veel processen verkeerd lopen. Pas als er langere tijd te veel LDL in het bloed zit kan dit gevaarlijk zijn. Het LDL-cholesterol dat niet nodig is blijft in de bloedbaan rondcirkelen. Op den duur kan dit aan de wanden van de bloedvaten gaan kleven en opstapelen (aderverkalking). Deze opeenstapeling in de vaatwand kan zo erg worden dat er een zogenoemde plaque ontstaat. Hierdoor vernauwen de bloedvaten en worden ze minder elastisch. Dit is een belangrijke risicofactor voor hart- en vaatziekten.

Hoog HDL-cholesterol goed voor hart en vaten?

Uit onderzoek blijkt dat het nog best lastig is om iets te zeggen over de invloed van HDL-cholesterol op hart- en vaatziekten. HDL-cholesterol verwijdert het ‘slechte’ LDL-cholesterol uit het bloed, waardoor men lange tijd dacht ‘hoe meer HDL-cholesterol, hoe beter’. Het verhogen van het HDL-cholesterol, bijvoorbeeld door voeding en medicijnen, zou dan leiden tot een lager risico op hart- en vaatziekten. Toch blijkt dat een verhoging van het HDL-cholesterol niet altijd tot extra bescherming leidt. Om beter te begrijpen wanneer het verhogen van het HDL-cholesterol wel en niet beschermt wordt nog veel onderzoek gedaan.

De werking van HDL is complex. HDL-deeltjes bestaan naast cholesterol uit heel veel andere stoffen. Hoe deze stoffen precies een rol spelen in de bescherming tegen hart- en vaatziekten is niet precies bekend. Er kan dus veel HDL in het bloed zitten, maar als die deeltjes niet goed werken daalt het risico op hart- en vaatziekten niet. Onderzoek richt zich daarom nu minder op de hoeveelheid HDL-cholesterol, maar meer op hoe HDL invloed heeft op hart en vaten.

Om cholesterol – de vetachtige stof – in het bloed te vervoeren moet het gekoppeld worden aan een eiwit. Deze koppeling tussen cholesterol en een transporteiwit heet een lipoproteïne (‘lipo’ komt van ‘lipide’ = vet en proteïne = eiwit). Dit kan HDL of LDL zijn. HDL staat voor high-density lipoproteïne en LDL voor low-density lipoproteïne.

HDL en LDL hebben andere eigenschappen, functies en andere effecten. LDL transporteert cholesterol van de lever naar verschillende weefsels in het lichaam. Als cholesterol verpakt is in LDL dan kan het lichaam dit uit het bloed halen en gebruiken voor bijvoorbeeld de opbouw van een lichaamscel of het maken van een hormoon. Als er echter te veel LDL-cholesterol is, zal niet al het LDL-cholesterol uit het bloed worden opgenomen en kan het zich afzetten op bijvoorbeeld de vaatwand. Daarom is een hoog LDL-cholesterol een risicofactor voor hart- en vaatziekten. LDL-cholesterol wordt daarom ook wel het ‘slechte’ cholesterol genoemd. HDL brengt overtollig cholesterol juist weer terug vanuit weefsels naar de lever om het af te breken. Daarom wordt het HDL-cholesterol ook wel het ‘goede’ cholesterol genoemd.

Je zou denken dat om het risico op hart- en vaatziekten te verminderen het ‘slechte’ LDL-cholesterol zo laag mogelijk moet zijn en het ‘goede’ HDL-cholesterol zo hoog mogelijk. Zo simpel is het echter niet.

Is LDL-cholesterol echt zo slecht?

LDL-cholesterol is niet alleen maar slecht, het is zelfs nodig om cholesterol op de juiste plekken in het lichaam te krijgen. Daar wordt cholesterol bijvoorbeeld gebruikt voor de bouw van cellen. Zonder LDL-cholesterol zouden veel processen verkeerd lopen. Pas als er langere tijd te veel LDL in het bloed zit kan dit gevaarlijk zijn. Het LDL-cholesterol dat niet nodig is blijft in de bloedbaan rondcirkelen. Op den duur kan dit aan de wanden van de bloedvaten gaan kleven en opstapelen (aderverkalking). Deze opeenstapeling in de vaatwand kan zo erg worden dat er een zogenoemde plaque ontstaat. Hierdoor vernauwen de bloedvaten en worden ze minder elastisch. Dit is een belangrijke risicofactor voor hart- en vaatziekten.

Hoog HDL-cholesterol goed voor hart en vaten?

Uit onderzoek blijkt dat het nog best lastig is om iets te zeggen over de invloed van HDL-cholesterol op hart- en vaatziekten. HDL-cholesterol verwijdert het ‘slechte’ LDL-cholesterol uit het bloed, waardoor men lange tijd dacht ‘hoe meer HDL-cholesterol, hoe beter’. Het verhogen van het HDL-cholesterol, bijvoorbeeld door voeding en medicijnen, zou dan leiden tot een lager risico op hart- en vaatziekten. Toch blijkt dat een verhoging van het HDL-cholesterol niet altijd tot extra bescherming leidt. Om beter te begrijpen wanneer het verhogen van het HDL-cholesterol wel en niet beschermt wordt nog veel onderzoek gedaan.

De werking van HDL is complex. HDL-deeltjes bestaan naast cholesterol uit heel veel andere stoffen. Hoe deze stoffen precies een rol spelen in de bescherming tegen hart- en vaatziekten is niet precies bekend. Er kan dus veel HDL in het bloed zitten, maar als die deeltjes niet goed werken daalt het risico op hart- en vaatziekten niet. Onderzoek richt zich daarom nu minder op de hoeveelheid HDL-cholesterol, maar meer op hoe HDL invloed heeft op hart en vaten.

Balans LDL/HDL en cholesterolratio

Het is dus vooral belangrijk om het LDL-cholesterol laag te houden om het risico op hart- en vaatziekten te verkleinen, maar het is ook belangrijk om te kijken of er geen scheve verhouding is tussen LDL-, HDL-cholesterol en ook de triglyceriden (andere vetstoffen) in het bloed, want dat vergroot het risico op hart- en vaatziekten. Zo kun je bijvoorbeeld kijken naar de balans tussen LDL- en HDL-cholesterol, dat heet de cholesterolratio. Deze bereken je door het totaal cholesterol te delen door het HDL-cholesterol. Een huisarts kan dit bijvoorbeeld voor je berekenen. Opnieuw geldt dat de hoeveelheid van de cholesterolratio niet altijd alles zegt, omdat het cholesterol wel goed zijn werk moet kunnen doen. Toch zijn de huidige adviezen van bijvoorbeeld de Gezondheidsraad er vooral op gericht om het LDL-cholesterol te verlagen en de verhouding tussen HDL- en LDL-cholesterol te verbeteren. Op de pagina Cholesterolarm dieet en leefstijlaanpassing lees je meer over deze adviezen.

Lees voor meer informatie ook eens de uitleg over HDL- en LDL-cholesterol door de Nederlandse Vereniging van Cardiologie. 

Dit dossier is geschreven gebruikmakend van adviezen door J. Plat - Professor 'Fysiologie van de voeding' aan de Universiteit Maastricht

Het is dus vooral belangrijk om het LDL-cholesterol laag te houden om het risico op hart- en vaatziekten te verkleinen, maar het is ook belangrijk om te kijken of er geen scheve verhouding is tussen LDL-, HDL-cholesterol en ook de triglyceriden (andere vetstoffen) in het bloed, want dat vergroot het risico op hart- en vaatziekten. Zo kun je bijvoorbeeld kijken naar de balans tussen LDL- en HDL-cholesterol, dat heet de cholesterolratio. Deze bereken je door het totaal cholesterol te delen door het HDL-cholesterol. Een huisarts kan dit bijvoorbeeld voor je berekenen. Opnieuw geldt dat de hoeveelheid van de cholesterolratio niet altijd alles zegt, omdat het cholesterol wel goed zijn werk moet kunnen doen. Toch zijn de huidige adviezen van bijvoorbeeld de Gezondheidsraad er vooral op gericht om het LDL-cholesterol te verlagen en de verhouding tussen HDL- en LDL-cholesterol te verbeteren. Op de pagina Cholesterolarm dieet en leefstijlaanpassing lees je meer over deze adviezen.

Lees voor meer informatie ook eens de uitleg over HDL- en LDL-cholesterol door de Nederlandse Vereniging van Cardiologie. 

Dit dossier is geschreven gebruikmakend van adviezen door J. Plat - Professor 'Fysiologie van de voeding' aan de Universiteit Maastricht

- Advertentie -

Vond je deze informatie nuttig?

4.5 uit 5 - 159 beoordelingen

Heeft deze informatie jou geholpen?

Pagina laatst aangepast op 05-04-2022

Auteur: Redactie Gezondheidsplein

.
- Advertentie -
- Advertentie -