De eikenprocessierups of processierups is de larve van een nachtvlinder. De eikenprocessierups moet eerst vijf keer vervellen om te volgroeien. Daarna verpoppen de rupsen tot vlinders. Voor 1980 kwam de nachtvlinder amper in Nederland voor, maar tegenwoordig is hij in bijna heel Nederland te vinden. Zoals de naam al doet vermoeden, komen eikenprocessierupsen voor in eikenbomen. De meeste nesten worden aangetroffen in eiken langs lanen, in erfbeplantingen en landgoederen. Soms komen ze ook voor op beukenbomen en berken. In bossen wordt de rups iets minder vaak waargenomen, vermoedelijk vanwege natuurlijke vijanden zoals de sluipwesp. De rupsen gaan in groepen op zoek naar bladeren als voedsel. Dit heeft wat weg van een optocht, vandaar de naam ‘processie’. De eikenprocessierups staat vooral bekend om zijn giftige brandharen, die tot veel gezondheidsklachten kunnen leiden.