Gezondheidsplein is een informatieve website over gezondheid. De gezondheidsinformatie op deze website staat los van eventueel getoonde advertenties.

Diagnose acromegalie

3.6 uit 5 - 9 beoordelingen
Beoordeling icoon0 mensen vonden deze informatie nuttig

Acromegalie ontwikkelt zich vaak langzaam en is daardoor lastig te herkennen. De diagnose acromegalie wordt dan ook vaak pas relatief laat gesteld, vaak zelf pas na enkele jaren. Er komen verschillende onderzoeken kijken bij de diagnose. Vaak is een endocrinoloog – een specialist in hormonale aandoeningen - hier nauw bij betrokken. Op deze pagina lees je meer over hoe de diagnose acromegalie wordt gesteld.

IGF-1 en groeihormoon meten bij acromegalie

Zoals je hebt kunnen lezen op de pagina Acromegalie en symptomen speelt het groeihormoon een belangrijke rol bij acromegalie. Door het gezwel bij de hypofyse wordt er te veel groeihormoon aangemaakt en afgegeven aan het bloed. Om de diagnose acromegalie te stellen, wordt onderzocht of er inderdaad te veel groeihormoon wordt aangemaakt.

IGF-1 staat voor ‘insuline like growth factor 1’ en is een groeifactor, belangrijk voor bijvoorbeeld de groei van spier- en botweefsel. Het groeihormoon zorgt voor de aanmaak en afgifte van IGF-1. Omdat het niveau van het groeihormoon veel schommelt, wordt vaak naar de waarde van IGF-1 in het bloed gekeken bij een vermoeden van acromegalie. Als de waarde van IGF-1 te hoog is, kan dit wijzen op acromegalie. De waarde van groeihormoon kan sterk schommelen, dus een enkele meting is niet altijd betrouwbaar. Daarom wordt er vaak ook een zogenoemde orale glucosetolerantietest (OGTT) gedaan. 

Orale glucosetolerantietest (OGTT)

Bij een orale glucosetolerantietest wordt gekeken hoe het groeihormoon in het bloed reageert op het drinken van een suikeroplossing. Normaal gesproken reageert de hypofyse hierop door minder groeihormoon aan te maken. Tijdens het onderzoek wordt een aantal keer bloed afgenomen. Vervolgens wordt de groeihormoonspiegel in het bloed onderzocht. Als deze niet of te weinig is gedaald, wijst dit op acromegalie.

Als uit het onderzoek een vermoeden van acromegalie naar voren komt, wordt er een MRI-scan van het hoofd gemaakt.

Zoals je hebt kunnen lezen op de pagina Acromegalie en symptomen speelt het groeihormoon een belangrijke rol bij acromegalie. Door het gezwel bij de hypofyse wordt er te veel groeihormoon aangemaakt en afgegeven aan het bloed. Om de diagnose acromegalie te stellen, wordt onderzocht of er inderdaad te veel groeihormoon wordt aangemaakt.

IGF-1 staat voor ‘insuline like growth factor 1’ en is een groeifactor, belangrijk voor bijvoorbeeld de groei van spier- en botweefsel. Het groeihormoon zorgt voor de aanmaak en afgifte van IGF-1. Omdat het niveau van het groeihormoon veel schommelt, wordt vaak naar de waarde van IGF-1 in het bloed gekeken bij een vermoeden van acromegalie. Als de waarde van IGF-1 te hoog is, kan dit wijzen op acromegalie. De waarde van groeihormoon kan sterk schommelen, dus een enkele meting is niet altijd betrouwbaar. Daarom wordt er vaak ook een zogenoemde orale glucosetolerantietest (OGTT) gedaan. 

Orale glucosetolerantietest (OGTT)

Bij een orale glucosetolerantietest wordt gekeken hoe het groeihormoon in het bloed reageert op het drinken van een suikeroplossing. Normaal gesproken reageert de hypofyse hierop door minder groeihormoon aan te maken. Tijdens het onderzoek wordt een aantal keer bloed afgenomen. Vervolgens wordt de groeihormoonspiegel in het bloed onderzocht. Als deze niet of te weinig is gedaald, wijst dit op acromegalie.

Als uit het onderzoek een vermoeden van acromegalie naar voren komt, wordt er een MRI-scan van het hoofd gemaakt.

MRI bij diagnose acromegalie

Om te bevestigen dat een hypofysetumor of -gezwel te veel groeihormoon aanmaakt, kunnen beeldvormende technieken gebruikt worden. Een bekende methode is de CT-scan, maar meestal wordt een MRI-scan gemaakt. MRI staat voor ‘magnetic resonance imaging’. Hiermee worden de hypofyse en het omliggende weefsel heel gedetailleerd in beeld gebracht in verschillende lagen. Zelfs kleine afwijkingen worden zo zichtbaar, zodat een gezwel kan worden opgespoord. 

Om te bevestigen dat een hypofysetumor of -gezwel te veel groeihormoon aanmaakt, kunnen beeldvormende technieken gebruikt worden. Een bekende methode is de CT-scan, maar meestal wordt een MRI-scan gemaakt. MRI staat voor ‘magnetic resonance imaging’. Hiermee worden de hypofyse en het omliggende weefsel heel gedetailleerd in beeld gebracht in verschillende lagen. Zelfs kleine afwijkingen worden zo zichtbaar, zodat een gezwel kan worden opgespoord. 

Overige onderzoeken bij acromegalie

Soms zijn aanvullende onderzoeken nodig, bijvoorbeeld om te kijken in hoeverre de organen zijn gegroeid of beschadigd zijn. Een aantal voorbeelden van overige onderzoeken bij acromegalie:

  • Onderzoek naar het gezichtsveld door een oogarts (deze kan smaller zijn door druk op de oogzenuwen).
  • Hartonderzoek zoals echocardiografie om de grootte van het hart te bekijken.
  • Kijkonderzoek in de dikke darm (colonoscopie) om poliepen op te sporen, die vaker voorkomen bij acromegalie.
  • Een echo van andere organen, zoals de schildklier.

Soms zijn aanvullende onderzoeken nodig, bijvoorbeeld om te kijken in hoeverre de organen zijn gegroeid of beschadigd zijn. Een aantal voorbeelden van overige onderzoeken bij acromegalie:

  • Onderzoek naar het gezichtsveld door een oogarts (deze kan smaller zijn door druk op de oogzenuwen).
  • Hartonderzoek zoals echocardiografie om de grootte van het hart te bekijken.
  • Kijkonderzoek in de dikke darm (colonoscopie) om poliepen op te sporen, die vaker voorkomen bij acromegalie.
  • Een echo van andere organen, zoals de schildklier.
- Advertentie -

Vond je deze informatie nuttig?

3.6 uit 5 - 9 beoordelingen

Heeft deze informatie jou geholpen?

Pagina laatst aangepast op 09-02-2022

Auteur: Redactie Gezondheidsplein

.
- Advertentie -
- Advertentie -