Met de term zouthuishouding wordt de concentratie en samenstelling van verschillende zouten in het lichaam aangeduid. Zouten vormen een groep stoffen die essentieel zijn voor het functioneren van het lichaam. Natriumchloride en kaliumchloride zijn twee belangrijke voorbeelden uit deze groep.
Direct gekoppeld aan de zouthuishouding is de waterhuishouding. Beide systemen hangen sterk met elkaar samen. Een verstoring in het ene systeem heeft dan ook gevolgen voor het functioneren van het andere.
Zouten zijn in verschillende belangrijke lichaamsvochtreservoirs opgelost; de vloeistof in de cellen, de vloeistof in de ruimte tussen de cellen en in het bloed. Het lichaam dient de zoutconcentratie in deze reservoirs stabiel te houden om goed te kunnen functioneren. Dit vindt plaats door zouten van en naar de cellen te transporteren. De nieren zorgen voor een evenwicht tussen de dagelijkse opname en uitscheiding. Zouthuishoudingsstoornissen komen apart of als verschijnsel bij andere aandoeningen voor.