"De uren die volgden zaten vol moeilijke beslissingen. Mijn man en ik moesten kiezen of, als de baby toch die dag zou komen, we een natuurlijke bevalling wilden of een keizersnede. Omdat de baby dwars lag, zou een natuurlijke bevalling moeilijk zijn, maar een keizersnede zou extra complicaties kunnen betekenen voor een volgende zwangerschap. Achtenveertig uur ging voorbij en de weeën bleven komen, ondanks de dosis medicijnen, die steeds verhoogd werd."
"Toen bleek dat de dichtstbijzijnde couveuse niet langer beschikbaar was en dat ik overgeplaatst moest worden naar een ander ziekenhuis, zodat de baby onmiddellijk na de geboorte de couveuse in zou kunnen. Het enige ziekenhuis met ruimte bleek een bijzonder beleid te voeren: kindjes onder de 26 weken werden niet beademd als dat bij de geboorte nodig zou zijn. Gerekend vanaf mijn laatste menstruatie zou ik 25 weken en drie dagen zwanger zijn. Twee echo's hadden uitgewezen dat ik 26 weken en vier dagen zwanger zou zijn. Maar het ziekenhuis hield de eerste datum aan, en ons kind zou dus zelf moeten bewijzen wat-ie waard was. Het was niet gemakkelijk, maar we hebben gekozen toch naar dat ziekenhuis te gaan. Dat gebeurde met twee ambulances met zwaailichten (één waar ik in lag en één met een couveuse aan boord, voor als ons kind onderweg geboren zou worden) en politiebegeleiding. Ongelooflijk wat een moeite alle betrokkenen zich voor het leven van mijn kind hebben getroost. Echt geweldig."