Het soort operatie hangt af van de plek van de vleesbomen. Bij een hysteroscopie wordt een buisje (hysteroscoop) in de baarmoeder gebracht waar doorheen kleine operatie-instrumenten passen om de vleesbomen weg te snijden. Bij grote vleesbomen is een uterusextirpatie een oplossing. Hierbij wordt de baarmoeder verwijderd. Dit is alleen een optie als de vrouw geen kinderwens meer heeft. Meestal is deze operatie mogelijk via de vagina, dus zonder litteken in de buik. Bij een te grote baarmoeder is een operatie via de buikwand nodig.
Tweede operatie
Vaak wordt maar een deel van de vleesboom weggehaald en is een tweede operatie nodig. Dat komt doordat een wond ontstaat waarbij bloedvaten openliggen. Bloed en wondvocht in de baarmoederholte gaat gedeeltelijk via deze vaten de bloedbaan in. Als er zo te veel vocht in het bloed komt, is dat een grote belasting voor het hart die het rond moet pompen. Soms wordt tijdens de operatie al duidelijk dat er wel erg veel bloedverlies is en wordt de operatie gestopt. Slechts zelden is hiervoor een bloedtransfusie noodzakelijk.
Als de vleesboom verwijderd is, kan tijdelijk een ballon met vocht in de baarmoeder gebracht worden (een 'ballonkatheter'). Deze wordt na een dag verwijderd. De ballon drukt bloedende vaatjes aan de binnenzijde van de baarmoeder dicht. Dit kan een kramperig gevoel in de onderbuik geven. Uit de opening van de katheter, die via de vagina naar buiten komt, kan bloed komen.