Een klein lipoom kan de huisarts verwijderen. Dit gebeurt via een incisie in de huid. Een grote vetbult moet in het ziekenhuis weggehaald worden. Vaak gebeurt dit onder plaatselijke verdoving en hoef je na de ingreep niet in het ziekenhuis te blijven. Erg grote vetbulten of vetbulten in de nek worden vaak weggehaald in de operatiekamer. Een hele grote vetbult kan ook worden verwijderd met liposuctie. Het vetweefsel wordt dan weggezogen.
Meestal gaat het verwijderen van een vetbult als volgt in zijn werk:
- De arts ontsmet de vetbult en de huid eromheen.
- Je krijgt een prik om de huid rond de vetbult te verdoven.
- De arts maakt een sneetje in de huid en snijdt voorzichtig de gehele vetbult weg.
- Afhankelijk van de grootte van de vetbult wordt de wond gehecht. Soms worden er oplosbare hechtingen gebruikt. Als dit niet het geval is, kunnen de hechtingen er na maximaal twee weken weer uit worden gehaald.
- De wond wordt verbonden of met een pleister bedekt.
Als je last hebt van pijn na de ingreep kun je paracetamol gebruiken.
Of je een groot litteken overhoudt aan deze ingreep, is van tevoren niet te voorspellen. Dit hangt af van de grootte van de vetbult en de manier waarop de wond geneest. Soms houd je er een klein litteken aan over en soms een groter, opvallender litteken. Als je een donkere huid hebt, blijft het litteken vaak wat zichtbaarder.