Tanden en kiezen ontwikkelen zich na de geboorte. Eerst het melkgebit en daarna het definitief gebit. Tanden kunnen 'in aanleg' afwijken in vorm, doorbraakplaats en doorbraaktijdstip. Problemen hiervan komen regelmatig voor.
De tandarts en orthodontist kunnen beoordelen welke behandelingen mogelijk zijn. Als tanden en kiezen in de mondholte doorgebroken zijn (bijvoorbeeld bij doorkomende verstandskiezen) worden ze belaagd door verschillende gevaren. De bekendste is 'cariës'. Door combinatie van bacteriën en suiker ontstaat er zuur, dat werkt in op tandglazuur en er kunnen gaatjes ontstaan. Er zijn ook bacteriën die het tandvlees en kaakbot afbreken. Dat leidt tot ontsteking en verlies van steunweefsel, 'parodontitis'.
Een belangrijk ander gevaar is 'tandtrauma'. Eén op de 5 kinderen beschadigt de voortanden tijdens sport of spel. In de laatste jaren zien tandartsen veel 'tanderosie'. Door het drinken van vruchtensappen en frisdranken (met en zonder koolzuur) wordt het tandglazuur aangetast.