De combinatie nierpatiënt en topsporter is een bijzondere combinatie. Hierover stelden we Joeri ook nog enkele vragen.
Heb je extra dingen waar je op moet letten als sporter met één nier?
"Bijvoorbeeld bepaalde voeding? Een van de adviezen van de artsen uit het Radboud ziekenhuis was veel drinken. Zo kan ik zorgen dat mijn nier blijft filteren. Het enige verschil met andere zwemmers is dat ik na een intensieve training of na een wedstrijd langere tijd nodig heb om helemaal te herstellen. Gelukkig hebben we de beschikking over een groot team aan specialisten (voedingsdeskundigen, (sport)artsen, inspanningsfysiologen) die het allemaal nauwkeurig in de gaten houden."
Wordt jouw gezondheid meer gemonitord dan bij andere sporters?
"Wat als eerste graadmeter wordt gebruikt zijn mijn bloedwaardes. Per jaar laat ik ongeveer vier á vijf keer bloed prikken, net zoals de rest van mijn zwemteam. Zolang mijn nierfunctie in orde is, valt dat ook terug te zien in de waardes. Daarnaast blijft mijn eigen input ook van groot belang. Door de jaren heen ben ik mijn lichaam gaan kennen en weet ik wat wel of niet goed voelt. Gelukkig heb ik tot nu toe geen rare dingen meegemaakt en heb ik altijd het programma kunnen volgen zoals bedoeld."
Heeft het hebben van één nier je belemmerd in het bereiken van je sportprestaties?
"Zo ja, op welke manier? Ik heb het nooit als een beperking beschouwd dat ik maar één nier had. Ik heb gewoon altijd gedaan wat ik leuk vond. Sport is mijn lust en mijn leven. Toen ik vijf jaar was, wilde ik het allerliefste op judo, maar contactsport was taboe voor mij als nierpatiënt. Toen heb ik mijn hart verloren aan het zwemmen. Ik bleek veel talent te hebben en wilde al jong de top bereiken. Ik heb me nooit belemmerd gevoeld in het realiseren van mijn ambities. Ik besefte dat ik iets moois kon bereiken als ik hiervoor alles over had. Zo kwam ik steeds een stapje hoger op de ladder."
Heb jij het idee dat je je extra moet bewijzen als nierpatiënt? Of werkte het als extra stimulans?
"Ik denk dat vechtlust een natuurlijk instinct is geworden. Ik ben altijd al een vechter geweest en heb geleerd nooit op te geven, maar altijd door te zetten. Ik ben iemand die altijd onderweg is naar het volgende doel. Voor een Limburger - die van nature erg bescheiden zijn - is dat niet vanzelfsprekend. Maar ik vind dat je helemaal in je doel moet geloven en hiervoor vol overtuiging inzetten. Het kleinste beetje twijfel kan het realiseren kan je doel al in de weg staan."
Waar ben je het meest trots op als sporter zijnde?
"Het feit dat ik het leven kan leiden dat ik als jong talentje voor ogen had - professioneel zwemmen - is natuurlijk een droom die werkelijkheid wordt. Daarnaast heb ik het geluk dat mijn gezondheid er niet onder lijdt. De steun van mijn ouders kan ik niet vaak genoeg benadrukken. Zij hebben me als opgroeiend kind heel vaak op het hart gedrukt wat de nare gevolgen kunnen zijn als ik me niet aan de voorschriften zou houden. Dat ik, mede daardoor, nu als voorbeeldfunctie mag en kan optreden geeft me veel voldoening. Uiteraard is mijn zesde plek op de Olympische Spelen een absoluut hoogtepunt, maar mijn vijf Europese medailles die ik heb gewonnen vergeet ik ook niet zomaar. Gelukkig ben ik nog niet klaar met mijn carriere en heb nog genoeg op mijn lijstje staan dat ik wil bereiken. Elke dag ga ik met plezier naar het zwembad om daar mijn ‘werk’ te doen om mijn dromen te verwezenlijken. Tijdens de Olympische Spelen van 2016 in Rio de Janeiro ga ik op jacht naar eeuwige roem."
Wij hopen van harte dat Joeri dit gaat lukken. Succes, Joeri!