In Nederland is er een nationale richtlijn voor het behandelen van klompvoetjes bij baby’s. Een klompvoet is in de meeste gevallen een goed te behandelen afwijking De behandeling is gebaseerd op de Ponseti-methode, waarbij de voet in een juiste positie wordt geforceerd door deze herhaaldelijk te gipsen. De behandeling wordt gestart vlak na de geboorte (het liefst binnen 48 uur) en duurt gewoonlijk tot het kind vier jaar oud wordt. Bij meer dan negentig procent van de kinderen wordt een klompvoet goed verholpen. Zij kunnen normaal lopen, sporten en normale schoenen dragen. Wel is de klompvoet vaak iets kleiner en de kuit iets dunner dan bij het andere been.
De behandeling bestaat uit vier fases:
- Gipsen
- Tenotomie (doorsnijden van de achillespees)
- Het dragen van een brace
- Jaarlijkse controle
De behandeling wordt uitgevoerd in een gespecialiseerd klompvoetcentrum, door een behandelteam met kinderorthopeden, een gipsverbandmeester en een medisch instrumentmaker.
Klompvoet corrigeren met gips
De behandeling start zo snel mogelijk na de geboorte met het gipsen van de klompvoet in een aangepaste positie. De orthopeed draait de voet zodanig dat deze meer naar buiten en naar voren gericht staat, waarna de gipsverbandmeester er gips omheen doet, zodat de voet in die positie blijft staan. Het been wordt ingegipst vanaf de voet tot de lies. Na enkele dagen wordt het gipsverband vervangen door een volgend gips, waarbij de positie van de voet en het onderbeen weer iets verder richting de goede positie worden gebracht. Meestal duurt deze fase ongeveer drie weken.
Tenotomie (doorsnijden van de achillespees)
Een van de kenmerken van een klompvoet is een te korte en slecht rekbare achillespees. Iemand met een te korte achillespees kan met zijn tenen niet goed naar de neus wijzen. Dit verhindert je onder andere bij het lopen. Daarom wordt de achillespees bij baby’s met een klompvoet onder plaatselijke verdoving doorgesneden. De hiel kan dan meer naar beneden gebracht worden en de tenen meer naar boven. In deze hoek wordt het voetje voor de laatste keer ingegipst gedurende drie weken. In die tijd geneest de achillespees vanzelf en blijft er van de ingreep slechts een klein litteken over achterop de enkel.
Het dragen van brace bij een klompvoet
Ongeveer twee maanden na de geboorte en de start van de behandeling staan de voeten zodanig in positie dat er geen gips meer nodig is. Om ervoor te zorgen dat de voet deze goede positie niet verliest, moet het kind totdat hij of zij vier jaar oud is een brace dragen. De brace ziet eruit als een plaat waarop twee schoentjes zijn bevestigd op schouderbreedte. De schoentjes kunnen zodanig worden gedraaid dat de voet op de juiste manier in positie gezet wordt: naar buiten gedraaid met de tenen lichtelijk omhoog. De brace moet de eerste drie maanden fulltime gedragen worden, daarna alleen tijdens het slapen (zowel ’s nachts als tijdens dutjes overdag). Zo kan het kind gewoon leren bewegen, spelen en lopen. Het kind krijgt regelmatig nieuwe schoenen voor de brace, gebaseerd op de groei.
Controle bij klompvoet
Vanaf het moment dat het kind vier jaar oud wordt, is hij of zij in principe klaar met de behandeling. Wel moet het kind dan op controle blijven komen zolang hij of zij in de groei is. Eerst vindt er elke paar maanden controle plaats, later jaarlijks. Zo houdt de kinderorthopeed in de gaten of de voet goed in positie blijft staan.