Behandeling van hondsdolheid
Wanneer je eenmaal verschijnselen van hondsdolheid vertoont, is er geen behandeling meer mogelijk. Daarom is preventie zeer belangrijk, zoals het vermijden van direct contact met wilde dieren. Wanneer je toch gebeten wordt, moet je zo snel mogelijk de wond uitwassen met water en zeep en goed ontsmetten met alcohol of jodium. Raadpleeg hierna direct een arts (in het buitenland de arts van de Nederlandse alarmcentrale), om de mogelijkheid tot vaccinatie te bespreken. Het vaccin tegen hondsdolheid moet zo snel mogelijk, liefst binnen 24 uur, toegediend worden. Als je niet vooraf gevaccineerd bent, bestaat dit uit een serie hondsdolheidvaccins (5 stuks) en een vaccinatie met antiserum.
Preventieve vaccinatie hondsdolheid
Er kan worden aanbevolen je van te voren te laten vaccineren tegen het rabiësvirus, wanneer je:
- Langer dan drie maanden naar een hoog risico gebied gaat.
- Nauw contact verwacht met dieren op je reis.
- Niet snel medische hulp kunt krijgen in het gebied waar je op reis gaat.
- Reist met bijvoorbeeld kleine kinderen, deze kunnen niet vertellen of ze gekrabt zijn.
Deze vaccinatie tegen hondsdolheid beschermt je minimaal twee jaar. Na een actieve vaccinatie vooraf dient bij een beet nog wel twee keer gevaccineerd te worden.
Laatst bijgewerkt op 6 augustus 2012
Deze informatie is gecontroleerd door: H. Vrij-Mazee, arts