Wanneer je eenmaal verschijnselen van hondsdolheid vertoont, is er geen behandeling meer mogelijk. Daarom is preventie zeer belangrijk, zoals het vermijden van direct contact met wilde dieren. Wanneer je toch gebeten wordt, moet je zo snel mogelijk de wond uitwassen met water en zeep en goed ontsmetten met alcohol of jodium. Raadpleeg hierna direct een arts (in het buitenland de arts van de Nederlandse alarmcentrale), om de mogelijkheid tot vaccinatie te bespreken. Het vaccin tegen hondsdolheid moet zo snel mogelijk, liefst binnen 24 uur, toegediend worden. Als je niet vooraf gevaccineerd bent, bestaat dit uit een serie hondsdolheidvaccins (5 stuks) en een vaccinatie met antiserum.