Behandeling van een hersenabces

Een hersenabces kan met antibiotica worden behandeld, mits de antibiotica door de inkapseling van het abces heen kan komen. Het abces moet dan nog niet helemaal gesloten zijn. Ook moet de antibiotica door de bloed-hersenbarrière kunnen komen.

Een antibioticabehandeling is alleen geschikt als het hersenabces vroeg is gediagnosticeerd en de veroorzakende bacterie bekend is. Via een infuus moet er regelmatig gedurende een lange tijd antibiotica worden toegediend.

Door een gaatje in de schedel te maken, kan de pus uit het abces worden gezogen en de holte eventueel worden gespoeld. Met de weggezogen pus kan een arts bepalen welke bacterie de ontsteking heeft veroorzaakt en hierna alsnog antibiotica toedienen. De antibiotica stopt de ontsteking. Deze behandeling wordt vooral gekozen bij hersenabcessen diep in de hersenen of als er meerdere veroorzakers zijn. 

Bij een operatieve behandeling van een hersenabces wordt er een luikje gemaakt in de schedel. Het harde hersenvlies wordt opgetild en de abcesholte geleegd en gespoeld. Met deze methode kan ook een ingedrongen voorwerp zoals een splinter worden verwijderd. Er kan daarna een slangetje (drain) worden achtergelaten in de abcesholte. Na de operatie vindt een langdurige behandeling met antibiotica plaats.

Een hersenabces is goed te behandelen, bijna altijd is er een volledige genezing. Het hersenabces komt niet meer terug, tenzij de onderliggende oorzaak blijft bestaan. De ontsteking die het hersenabces heeft veroorzaakt moet ook altijd worden aangepakt naast de behandeling van het hersenabces.

Soms ontstaat er epilepsie door littekens van het verwijderde hersenabces. Dit is met medicijnen te behandelen. Ook worden deze littekens soms verwijderd om epilepsie tegen te gaan.

Bronnen: Nederlandse Vereniging voor Neurochirurgie, verschillende ziekenhuizen