Paralyse van Bell ontstaat meestal vrij plotseling. Soms wordt de verlamming voorafgegaan door een dag of twee van pijn achter het oor. Ook kun je merken dat je smaaksensatie een beetje verandert en dat je geluiden harder hoort dan normaal.
De uitval van de aangezichtszenuw zorgt ervoor dat de spieren in één helft van het gezicht niet meer kunnen worden aangespannen. De ergste zwakte wordt meestal al binnen twee dagen bereikt. Je kunt de verlamming duidelijk zien doordat het gezicht een beetje scheef gaat hangen. De mondhoek gaat aan de aangedane kant naar beneden hangen, waardoor eten en spreken niet meer goed gaan en er speeksel uit de mond kan lopen. De rimpels in het voorhoofd verstrijken en het oog kan niet meer goed gesloten worden. Wanneer je probeert je oog te sluiten, dan zal je oog naar boven draaien waarbij het oogwit zichtbaar wordt. Dit wordt het fenomeen van Bell genoemd.
Wanneer er alleen zwakte is van de mondhoek, dan gaat het waarschijnlijk om een centrale facialis uitval, vaak ten gevolge van een beroerte. Centraal wil zeggen dat de schade aan de zenuw diep in de hersenen ligt. Het betreft dan geen perifere facialis uitval zoals de paralyse van Bell, waarbij de gehele gezichtshelft is aangedaan. Perifeer houdt in dat er de schade meer aan het uiteinde van de zenuw is.