Depressie: als leven overleven wordt
Elsbeth (27 jaar) heeft twee keer een depressie gehad. Ze geloofde eerst niet in therapie, maar uiteindelijk heeft ze zich er toch aan toe gegeven.
"Thuis praatte ik nooit over problemen, laat staan over mijn gevoelens. Ik kom uit een religieus gezin. Op mijn twintigste heb ik het ouderlijk huis verlaten en ben ik op mezelf gaan wonen. Ik werkte als ziekenverzorgende in een verpleeghuis. Ik was ambitieus, wilde zoveel mogelijk leren en wilde hogerop. Mijn werk was me alles, daar stortte ik me volledig in. Ik was een vrolijke, enthousiaste meid, die voor het leven ging."
Prestatiedrang
"Opeen ging het echter mis. Ik werd overgeplaatst naar een andere afdeling. Dat was een hele verandering. Ik kreeg nieuwe collega's en had het idee dat ik me moest bewijzen. Op een avond had ik moeite met medicijnen delen. Ik kon mijn aandacht er niet bijhouden. Iets wat ik niet van mezelf kende. Die nacht kon ik niet slapen, terwijl ik me zo moe voelde. Ik had ook ontzettend hoofdpijn. De volgende dag ben ik naar de huisarts gegaan. Die adviseerde mij een weekje vrij te nemen. Volgens hem had ik iets te veel hooi op mijn vork genomen. Ik meldde me ziek en kroop mijn bed in. Ik ben daar echter de volgende zes weken niet meer uitgekomen."
Intens vermoeid
"Ik was zo moe, zo intens moe. Ik had nergens zin in en zakte steeds dieper weg. Ik was de zin van mijn leven kwijt. Ik zorgde slecht voor mezelf. At slecht, leefde op zakken chips en pakken yoghurt. Ik kleedde me niet aan. Ik ging me afzonderen, want ik schaamde me. Ik had alles, maar ik voelde me beroerd. Als mensen kwamen, deed ik niet open. Mijn telefoon had ik permanent uitgezet. Mijn huisarts waar ik eens in de week moest komen, zei dat ik in een depressie zat. Ik een depressie, dat kon niet. Ik veroordeelde mensen die depressief waren. Die waren in mijn ogen slap. Die mensen moesten er eens voor gaan, zich niet zo aanstellen. Het heeft maanden geduurd voordat ik besefte dat het niet goed met mij ging. Dat ik depressief was."
Therapie
"Ik had hulp nodig. Ik begon met medicijnen slikken. Na een aantal maanden ging ik me iets beter voelen. Echter nog niet voldoende (volgens de huisarts). Na veel aandringen ben ik in psychotherapie gegaan. De eerste keren dat ik daar kwam, heb ik weinig tot niets gezegd. Mijn verhaal ging niemand iets aan. Dat was van mij. En zou praten mijn depressiviteit doen verdwijnen? Daar geloofde ik niet in. Toch ben ik door de tijd heen gaan praten. En langzaam maar zeker kwam ik erachter dat ik ook gevoel had. Dat ik mocht lachen, mocht huilen, boos mocht zijn. Dat dit gevoelens zijn die bij het leven horen. Die geuit moeten worden om echt te leven. Op een gegeven moment ging het weer goed met me. Ik ben toen gestopt met de medicijnen en met de therapie. Voor mezelf had ik een besluit genomen: dit zou nooit meer gebeuren. Ik had beter naar mezelf leren luisteren."
Hyperventilatie
"Ik ging weer aan het werk met veel plezier. Een soort bewijsdrang had ik nog steeds. Ik werd leidinggevende. En dat al op mijn 23ste. Een paar jaar na mijn depressie zat ik weer thuis. Ik was even daarvoor naar mijn huisarts geweest. Ik had al wat langer last van lichamelijke klachten. Maar dat weet ik aan het feit dat het druk was op mijn werk. En dat ik een medewerker op non-actief had moeten zetten. Dat gaat je niet in de koude kleren zitten. Die nacht had ik het flink benauwd en ik had pijn op de borst. Volgens mijn (nieuwe) huisarts was dat hyperventilatie. Volgens hem wezen de klachten weer in de richting van een depressie. Volgens mij was dat niet zo, want ik had toch genoeg handvaten dat het me niet weer zou gebeuren. Ik luisterde toch naar mijn lichaam? Niet dus."
"In die week kreeg ik in de gaten dat het inderdaad wel eens een depressie kon zijn. Ik had hevige angsten: dat ik door mijn benen zou zakken als ik op zou staan, dat mijn hart er mee zou stoppen. Ik ben vrij snel weer met medicijnen begonnen. Pas na vijf, zes weken merkte ik enig effect. Ik had wat extra medicijnen gekregen tegen de angsten. In die periode voelde ik me echt vreselijk. Dit was geen leven meer, maar overleven. Ik wilde dood, nee dat was het niet, ik wilde zo niet leven. Het was 24 uur per dag donker in mijn hoofd. En als ik geluk had, was het 5 minuten even wat lichter. Toen de pillen begonnen te werken, heb ik de Riagg gebeld voor therapie. Na mijn eerste depressie dacht ik, dit gebeurt mij nooit weer. Als ik nu kijk heb ik de eerste depressie van de zijlijn meegemaakt en de tweede depressie ben ik er doorheen gegaan. Voor mijn gevoel moest ik eraan geloven."
Geen leidinggevende meer
"Eerst moest alles afgebroken worden, echt alles, om weer te kunnen bouwen. Nu gaat het goed met me. Ik ben een aantal weken geleden gestopt met medicatie. Spannend hoe het verder zal gaan. Ik heb veel geleerd, heel veel. Geleerd om verantwoordelijkheid te nemen over mezelf. Geleerd om lief voor mezelf te zijn. Ik werk weer, parttime en heb geen leidinggevende functie meer. Wat betreft kennis en ervaring kan ik meer. Maar geestelijk trek ik dat niet. Dit vind ik nog steeds moeilijk. De depressie heeft veel pijn, verdriet en tijd gekost. Maar ik heb gekozen. Ik heb kunnen kiezen voor het leven. Ik heb veel moeten inleveren. Daar staat tegenover dat het leven steeds leuker wordt. Ik kan nu genieten. Als je in een depressie zit, dan is het donker en kun je je niet voorstellen dat je er ooit nog uitkomt. Maar het kan. Mij is het ook gelukt en hoe!"
Reageren