“Ik werd ook heel erg gepest. Omdat ik iets molliger ben dan de andere meisjes, werd ik vaak ‘dikzak’ genoemd. Later kwamen door ‘slet’, ‘hoer’ en ‘bitch’ bij. Of ze tackelden me expres in het voorbijgaan. Ik heb meerdere keren open knieën gehad en flinke builen op mijn hoofd. Ook klikten klasgenootjes bij leraren over mij. Ze zeiden dan bijvoorbeeld dat ik hun broertje of zusje had uitgescholden, terwijl dat helemaal niet het geval was. En dan kreeg ik weer straf.”
“Mijn ouders hadden wel door dat er iets aan de hand was, maar wat precies was voor hen ook onduidelijk. Dat wilde ik niet vertellen. Ze vonden het wel heel belangrijk dat ik mijn hart zou luchten. Als ik dat niet bij hen wilde, dan maar bij een therapeut. Dat hielp niet. Ik hield mijn mond gesloten als een oester. Zodra de therapeut begon te graven, blokkeerde ik.”