"Mijn moeder overleed een paar maanden nadat de diagnose acute leukemie was vastgesteld. Ze was al een tijdje niet zichzelf, moe en futloos. En dat was niets voor haar. Ze was voorheen altijd vrolijk, lief en de echte gangmaker in huis. Dus toen ze dood ging, vielen er heel veel dingen weg. Ik snapte gewoon niet dat mijn moeder er niet meer was, maar ik herinner mij niet meer hoe ik mij voelde."
"Mijn vader en broertjes waren heel emotioneel tijdens de begrafenis, dat maakte veel indruk. Ik was meer bezig met mijn omgeving dan met mijn eigen beleving. Na een tijdje ging alles weer gewoon door. Ik paste me zo aan dat niemand merkte dat ik geen moeder meer had. Ik ging naar school en later studeren en op kamers. Op zich een prima tijd, maar ik bleef me gespannen voelen. Toen ik een tijdje later een relatie kreeg, werd ik me bewuster van mezelf. Ik kreeg als het ware bestaansrecht. Maar toen hij de relatie verbrak, was ik opnieuw het kind dat verlaten werd. Ik reageerde op dezelfde manier als toen mijn moeder overleed: sloot me gevoelsmatig af en praatte niet over wat er gebeurd was."