Knieprothese: wanneer kom je in aanmerking?

Om de pijn te verzachten zul je bij een versleten knie in eerste instantie altijd medicijnen (pijnstillers en ontstekingsremmers) en fysiotherapie krijgen. Doel hiervan is het aangeleerde slechte looppatroon te verhelpen en de strek- en buigzaamheid van je knie te verbeteren. Hiervoor zal de fysiotherapeut een persoonlijk oefenprogramma opstellen dat geheel is afgestemd op de mate van slijtage, je algemene lichamelijke conditie en de hoeveelheid pijn. Bij matige slijtage kun je ook een injectie in kniegewricht met hyaluronzuur krijgen. Deze vloeistof werkt als een soort smeermiddel in de knie en kan daardoor enkele weken tot maanden pijnverlichting geven. Het effect hiervan is echter nog niet onomstotelijk bewezen.

Sommige mensen krijgen door de knieslijtage O- of X-benen. Door deze te operatief te corrigeren kan ook al een deel van de slijtageklachten worden weggenomen. In een later stadium kan dan altijd nog een kunstknie geplaatst worden. Tot slot kan het helpen om met een kijkoperatie het gewricht schoon te maken.

Als deze oplossingen niet (meer) helpen en de pijnklachten zo hevig zijn dat ze je leven onmogelijk maken, dan zul je een knieprothese krijgen. Hierbij worden de versleten onderdelen verwijderd en vervangen door een kunstknie.

De gemiddelde leeftijd waarop een knieprothese wordt geplaatst is zeventig jaar. Maar in principe kun je zowel op jonge als oudere leeftijd een kunstknie krijgen. Echter, hoe jonger je bent, hoe langer artsen het meestal proberen uit te stellen. Dit heeft onder andere te maken met de levensduur van het materiaal. Een kunstknie gaat zo’n tien tot vijftien jaar mee. Dus als je voor je vijftigste een nieuwe knie krijgt, is de kans groot dat die op latere leeftijd één of twee keer vervangen moeten worden. 

Deze informatie is gebaseerd op de volgende bronnen: 

• Annatommie Medisch Centrum
• UMC Utrecht
• Isala ziekenhuis