Een gezond lichaam kan goed schakelen tussen de twee delen van het zenuwstelsel. Bij een verminderde werking van het zenuwstelsel is het sympathische deel dominant, wat soms leidt tot obesitas. De vetten die daarbij vrijkomen in het bloed zijn weer slecht voor het hart en bloedvaten. Om te bepalen of het autonome zenuwstelsel goed werkt kun je vrij gemakkelijk de variatie van de hartslag meten. “Het wordt nu nog niet gebruikt in de kliniek, maar wellicht is er een rol voor weggelegd in de toekomst. Je merkt het zelf niet als je autonome zenuwstelsel slechter gaat werken, en het is dus een soort sluipmoordenaar,” aldus Hillebrand.