'Nog altijd groot taboe op depressie zwangerschap'

Nog altijd blijkt er een taboe te heersen rondom depressie tijdens en na de zwangerschap. Terwijl toch 5% tot 10% van de zwangeren hier mee te maken krijgt. Dit taboe zit een goede behandeling in de weg.

Veerle Bergink, psychiater en onderzoeker bij het Erasmus MC dook in dit onderwerp en kwam tot de conclusie dat een dergelijk taboe ook in Nederland nog altijd aan de orde is. Vooral in tijdschriften wordt er vrijwel geen aandacht aan het onderwerp geschonken. Bergink zegt: "In de zwangerschap worden mentale klachten van vrouwen nog te vaak gebagatelliseerd. Dat hoort erbij, horen ze dan. Of 'wacht maar tot je je baby in je armen hebt, dan weet je waar je het voor doet' is een veelgehoorde uitspraak".

Het gevolg is dat veel vrouwen zich niet serieus genomen voelen en door het taboe dat er heerst zullen veel vrouwen ook niet toegeven dat ze kampen met depressieve gevoelens. Dit is gevaarlijk, want de klachten kunnen goed behandeld worden mits de postpartum depressie onderkend wordt. "Je kweekt een volgende generatie met psychische klachten als je die vrouwen niet behandelt'', stelt kinder- en jeugdpsychiater Mijke Lambregtse-van den Berg.

Niet alleen de moeder heeft er last van, maar het is ook van invloed op het kind. Enerzijds werken stresshormonen via de moeder door op het ongeboren kind. Maar ook na de geboorte kan een depressie bij de moeder voor problemen bij het kind zorgen. "Een moeder die niet teruglacht als ze een glimlach krijgt van haar baby. Een vrouw die niet of heel overdreven reageert op haar kind. Dat leidt tot problemen op latere leeftijd, zoals angsten, depressies en leerachterstand", aldus Lambregtse-van den Berg.