Grofweg doorloopt een kind drie verschillende fases bij het verwerken van de ontucht: overleven, herleven en leven:
- Overleven. Kinderen doen dit tijdens het misbruik, maar ook na de gebeurtenissen kunnen zij hier nog mee bezig zijn. Om niet meer aan het misbruik te hoeven denken hebben ze overlevingsstrategieën ontwikkeld. Ze gaan bijvoorbeeld helemaal op in een hobby of raken gefixeerd op eten.
- Herleven. In deze fase erkent het kind wat er gebeurd is. In flarden komen de herinneringen aan het misbruik terug. Ook alle verdrongen gevoelens, zoals angst, woede, verdriet, komen tijdens deze fase naar boven. Deze gevoelens moet allemaal een plek zien te krijgen. Dit gaat gemakkelijker met een begripvolle omgeving of professionele hulpverlening.
- Leven. Kinderen zijn niet meer constant meer met het seksueel misbruik bezig, omdat ze geaccepteerd hebben dat de traumatische gebeurtenis een deel van hen is én blijft. Hierdoor kunnen kinderen weer redelijk onbezorgd genieten van de alledaagse dingen, zoals spelen met vriendjes, naar school gaan en sporten.
Bovenstaande fases volgen elkaar niet op, maar wisselen elkaar in korte heftige perioden af. Als het kind bijvoorbeeld in de leven-fase zit, kan hij door bepaalde gebeurtenissen of hernieuwde herinneringen weer terugvallen na de herleven- of zelfs overleven-fase.