Rode, gele en zwarte wonden

In het kort:

• Een wond is beschadigd lichaamsweefsel.
• Een rode wond is een oppervlakkige of diepe, open wond die aan het helen is, zoals een schaaf- of brandwond.
• Een gele wond heeft veel wondvocht.
• Een zwarte wond duidt vaak op afgestorven weefsel.
• Als je een gele wond hebt of een wond die niet goed geneest, neem dan contact op met je huisarts.
• Als je de wond zelf gaat behandelen was dan je handen, maak de wond schoon met water, ontsmet de wond en dek de wond af met een gaasje.

Een wond is een beschadiging van de normale structuur van je lichaamsweefsel. Er zijn veel verschillende soorten wonden. Al deze verschillende wonden kun je indelen aan de hand van hun kenmerken, zodat je ze kan herkennen.  

De meest gebruikte indeling is die volgens het WCS-classificatiemodel. Hierbij wordt er een indeling gemaakt op basis van de kleur van de wond. Er wordt onderscheid gemaakt tussen rode, gele en zwarte wonden. Deze wonden moet je elk op een andere manier verzorgen.

Rode wonden

Een rode wond is een wond die aan het helen is. Het kan zowel een oppervlakkige als een diepe open wond zijn. Rode wonden hebben vaak geen of weinig wondvocht. Bij de behandeling zal er geprobeerd worden de wond vochtig te maken, zodat deze sneller kan genezen.

Voorbeelden van rode wonden zijn schaafwonden en brandwonden.

Lees hier meer bij de aandoening brandwonden.

Gele wonden

Een gele wond heeft vaak veel wondvocht. Als je een gele wond hebt is het verstandig om naar de huisarts te gaan, omdat er veel verschillende soorten gele wonden zijn:

• Gele necrose;
  gele necrose is afgestorven weefsel. Dit moet altijd van de wond afgehaald worden door de huisarts of verpleegkundige. Dit zal met een pincet, schaartje of mesje gedaan worden.
• Dermis en/of subcutaan vet;
  de dermis is de huidlaag onder je bovenste huidlaag (opperhuid). Door de dermis lopen heel veel bloedvaatjes, die ervoor zorgen dat je huid voldoende voedsel en zuurstof krijgt. Dermis hoeft dus niet te worden verwijderd. In dit weefsel ontstaan vanzelf nieuwe bloedvaatjes, waadoor de wond weer rood kleurt.
• Pus;
  pus kan duiden op een ontstoken wond. Deze ontsteking wordt veroorzaakt door een infectie. De wond moet dan behandeld worden met een antibacteriële oplossing of zalf.
• Fibrinebeslag;
  fibrine is een eiwit dat dat zorgt voor een korstje. Meestal kan dit korstje er gewoon op blijven zitten, maar als het diep in je huid zit, moet het worden verwijderd.

Zwarte wonden

Een zwarte wond duidt vaak op afgestorven (necrotisch) weefsel. De wond kan niet genezen zolang dit weefsel aanwezig is en dit weefsel is een voedingsbodem voor micro-organismen.

Als het zwarte weefsel loslaat aan de randen of als er tekenen van infectie zijn (roodheid om de wond, koorts of een onaangename geur), dan moet het weefsel chirurgisch worden verwijderd.

Na het ontstaan van een wond trekken de bloedvaatjes zich samen om bloedverlies te voorkomen. Je lichaam reageert hier op met een ontstekingsreactie. Het wondgebied wordt dan rood, warm, pijnlijk en opgezwollen.

Vervolgens wordt er door het wondvocht een korst gevormd aan het oppervlak van je wond. Deze korst beschermt het nieuwe weefsel dat gevormd wordt. Soms kunnen bacteriën de wond binnendringen en raakt de wond geïnfecteerd.

Een oppervlakkige wond zal vanzelf goed genezen, omdat alleen de bovenste laag van je huid is aangetast. Bij diepere wonden zijn er meerdere lagen van je huid beschadigd en worden deze vervangen door bindweefsel. Zo ontstaat er een litteken dat eerst rood en daarna wit van kleur is. 

Als je het idee hebt dat een wond niet goed geneest, neem dan contact op met je huisarts.